Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 11. Rechtsvorderingen
Artikel 296

Artikel 296 (Veroordeling tot nakoming van verplichtingen)

Laatste versie

1. Tenzij uit de wet, uit de aard der verplichting of uit een rechtshandeling anders volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten, daartoe door de rechter, op vordering van de gerechtigde, veroordeeld.

2. Hij die onder een voorwaarde of een tijdsbepaling tot iets is gehouden, kan onder die voorwaarde of tijdsbepaling worden veroordeeld.

Uitleg in duidelijke taal

1. Tenzij uit de wet, uit de aard der verplichting of uit een rechtshandeling anders volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten, daartoe door de rechter, op vordering van de gerechtigde, veroordeeld.

Dit betekent letterlijk: Behoudens uitzonderingen die voortvloeien uit de wet, de aard van de verplichting, of een rechtshandeling, wordt een persoon die jegens een ander de verplichting heeft om iets te geven, iets te doen, of iets na te laten, hiertoe door de rechter veroordeeld indien de gerechtigde (degene die recht heeft op de prestatie) dit vordert.

2. Hij die onder een voorwaarde of een tijdsbepaling tot iets is gehouden, kan onder die voorwaarde of tijdsbepaling worden veroordeeld.

Dit betekent letterlijk: Een persoon die gehouden is iets te presteren (geven, doen, of nalaten) onder een specifieke voorwaarde of binnen een bepaalde tijdsbepaling, kan door de rechter ook veroordeeld worden om die prestatie te leveren onder diezelfde voorwaarde of met inachtneming van die tijdsbepaling.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad87x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU3784 - Verjaring regresvordering: aanvang pas na opeisbaarheid, niet bij bekendheid schade - 5 april 2012

ECLI:NL:HR:2012:BU37845 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een regresvordering van een hoofdelijk medeschuldenaar ontstaat pas wanneer deze meer dan zijn deel van de schuld betaalt. De vijfjarige verjaringstermijn (art. 3:310 lid 1 BW) begint daarom pas te lopen vanaf de dag na deze betaling, omdat de vordering dan pas opeisbaar is.

Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad65x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:2006 - Hoge Raad - 19 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:200619 december 2019Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Klimaatzaak Urgenda, Urgenda Arrest

Hoge Raad56x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ3085 - Hoge Raad - 22 februari 2007

ECLI:NL:HR:2007:AZ308522 februari 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad46x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU4019 - Hoge Raad - 24 november 2005

ECLI:NL:HR:2005:AU401924 november 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInformatierecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AE8462 - Waterpakt: De grenzen van het rechterlijk bevel tot wetgeving - 20 maart 2003

ECLI:NL:HR:2003:AE846220 maart 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Waterpakt Arrest

De Hoge Raad oordeelt dat de Nederlandse rechter, op grond van de staatsrechtelijke scheiding der machten, de Staat niet kan bevelen om wetgeving in formele zin tot stand te brengen, ook niet als de Staat onrechtmatig handelt door een EU-richtlijn niet te implementeren.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
StaatsrechtStaatsorganisatie
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BU7412 - Schriftelijkheidsvereiste bij koop woning: ook de particuliere verkoper wordt beschermd - 8 december 2011

ECLI:NL:HR:2011:BU74128 december 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij de koop van een woning door een particulier kan ook de particuliere verkoper zich beroepen op het schriftelijkheidsvereiste van art. 7:2 BW. Zonder schriftelijke vastlegging is er geen rechtsgeldige overeenkomst, en kan geen nakoming worden gevorderd, tenzij een beroep hierop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Civiel RechtVastgoedrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ1703 - Verbodsvordering bij niet-nakomen verplichtingen uit thuiskopieregeling - 7 juli 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ17037 juli 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Het niet nakomen van de opgave- en afdrachtverplichtingen voor de thuiskopievergoeding is onrechtmatig. Bij een dreigende schending kan een verbod op het importeren en verhandelen van blanco dragers worden gevorderd, ook al kent de Auteurswet zelf geen expliciet verbodsrecht voor deze situatie.

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AS5238 - Hoge Raad - 14 april 2005

ECLI:NL:HR:2005:AS523814 april 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:2071 - Stolichnaya-arrest: Overdracht Benelux-merkrechten en kwade trouw bij depot - 19 december 2013

ECLI:NL:HR:2013:207119 december 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt over de overdracht van Stolichnaya en Moskovskaya merkrechten na een mislukte privatisering. Een vordering tot afgifte van een merk is goederenrechtelijk en valt niet onder het uitputtende stelsel van nietigverklaring van de Benelux Merkenwet. Kwade trouw bij depot vereist geen positieve wetenschap.

Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Goederenrecht, Internationaal Privaatrecht, Europees Civiel Recht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:55 - Gerechtshof Amsterdam - 8 januari 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:558 januari 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak