Artikel 250 (Verkoopregels bij pandrecht)
1. De verkoop geschiedt in het openbaar naar de plaatselijke gewoonten en op de gebruikelijke voorwaarden.
2. Bestaat het pand uit goederen die op een markt of beurs verhandelbaar zijn, dan kan de verkoop geschieden op een markt door tussenkomst van een tussenpersoon in het vak of ter beurze door die van een bevoegde tussenpersoon overeenkomstig de regels en gebruiken die aldaar voor een gewone verkoop gelden.
3. De pandhouder is bevoegd mede te bieden.
Uitleg in duidelijke taal
1. De verkoop geschiedt in het openbaar naar de plaatselijke gewoonten en op de gebruikelijke voorwaarden.
Dit lid bepaalt dat de verkoop van het onderpand in het openbaar moet plaatsvinden, overeenkomstig de lokale gebruiken en de gangbare voorwaarden die daarvoor gelden.
2. Bestaat het pand uit goederen die op een markt of beurs verhandelbaar zijn, dan kan de verkoop geschieden op een markt door tussenkomst van een tussenpersoon in het vak of ter beurze door die van een bevoegde tussenpersoon overeenkomstig de regels en gebruiken die aldaar voor een gewone verkoop gelden.
Dit lid stelt dat indien het onderpand bestaat uit goederen die op een markt of een beurs verhandeld kunnen worden, de verkoop mag plaatsvinden op een markt. Dit gebeurt dan via een tussenpersoon die gespecialiseerd is in dat vakgebied. De verkoop kan ook plaatsvinden ter beurze, eveneens via een bevoegde tussenpersoon. In beide gevallen moet de verkoop verlopen volgens de regels en gebruiken die op die markt of beurs gelden voor een normale verkoop.
3. De pandhouder is bevoegd mede te bieden.
Dit lid geeft aan dat de pandhouder het recht heeft om zelf ook een bod uit te brengen tijdens de openbare verkoop van het onderpand.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:972 - Executie verpande aandelen: rechterlijke toestemming vereist bij verkoop via blokkeringsregeling
Bij de executoriale verkoop van verpande aandelen conform een statutaire blokkeringsregeling is steeds toestemming van de voorzieningenrechter vereist (art. 3:251 BW). Deze afwijkende verkoopmethode moet rechterlijk worden getoetst om de belangen van de pandgever en andere schuldeisers te waarborgen.