Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 9. Rechten van pand en hypotheek
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 227

Artikel 227 (Pand- en hypotheekrecht definitie, voorrang, omvang)

Laatste versie

1. Het recht van pand en het recht van hypotheek zijn beperkte rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Is het recht op een registergoed gevestigd, dan is het een recht van hypotheek; is het recht op een ander goed gevestigd, dan is het een recht van pand.

2. Een recht van pand of hypotheek op een zaak strekt zich uit over al hetgeen de eigendom van de zaak omvat.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het recht van pand en het recht van hypotheek zijn beperkte rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Is het recht op een registergoed gevestigd, dan is het een recht van hypotheek; is het recht op een ander goed gevestigd, dan is het een recht van pand.

Dit lid stelt dat het recht van pand en het recht van hypotheek beperkte rechten zijn. Deze rechten hebben als doel (zijn strekkende om) om op de goederen die hieraan onderworpen zijn, een vordering tot voldoening van een geldsom (een geldschuld) bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Verder bepaalt dit lid: als het recht is gevestigd op een registergoed, dan is het een recht van hypotheek. Als het recht is gevestigd op een ander goed (geen registergoed), dan is het een recht van pand.

2. Een recht van pand of hypotheek op een zaak strekt zich uit over al hetgeen de eigendom van de zaak omvat.

Dit lid bepaalt dat een recht van pand of hypotheek dat op een zaak rust, zich uitstrekt over al hetgeen wat de eigendom van die zaak omvat.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1909 - Verpanding assurantieportefeuille: een goederenrechtelijke onmogelijkheid

ECLI:NL:HR:2019:19096 december 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een assurantieportefeuille, als samenstel van overeenkomsten en goodwill, kwalificeert niet als een 'goed' in de zin van art. 3:1 BW. Het is geen individueel vermogensrecht en kan daarom als geheel niet goederenrechtelijk worden overgedragen of verpand, ondanks de economische waarde ervan.

Civiel RechtGoederenrecht, Insolventierecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:415

ECLI:NL:HR:2014:41521 februari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:524 - Hoge Raad: Rangwijziging van pandrechten mogelijk door analoge toepassing hypotheekregels

ECLI:NL:HR:2021:5249 april 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat rangwijziging van pandrechten mogelijk is door analoge toepassing van art. 3:262 BW voor hypotheken. Hiervoor is toestemming vereist van de in rang verlaagde pandhouder, vastgelegd in een akte die voldoet aan de vestigingsformaliteiten voor het desbetreffende pandrecht.

Civiel RechtGoederenrecht, Insolventierecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1995:AA1638

ECLI:NL:HR:1995:AA163831 mei 1995Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtOverdrachtsbelasting, Procesrecht Belastingen
Civiel RechtGoederenrecht