Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 8. Vruchtgebruik
Artikel 205

Artikel 205 (Vruchtgebruiker boedelbeschrijving jaarlijkse opgave kosten)

Laatste versie

1. Tenzij een bewind reeds tot een voldoende boedelbeschrijving heeft geleid of daartoe verplicht, moet de vruchtgebruiker in tegenwoordigheid of na behoorlijke oproeping van de hoofdgerechtigde een notariële beschrijving van de goederen opmaken. De beschrijving kan ondershands worden opgemaakt, indien de hoofdgerechtigde tegenwoordig is en hoofdgerechtigde en vruchtgebruiker een regeling hebben getroffen omtrent haar bewaring.

2. Zowel de vruchtgebruiker als de hoofdgerechtigde hebben het recht om in de beschrijving alle bijzonderheden te doen opnemen, die dienstig zijn om de toestand waarin de aan het vruchtgebruik onderworpen zaken zich bevinden, te doen kennen.

3. De hoofdgerechtigde is bevoegd de levering en afgifte van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen op te schorten, indien de vruchtgebruiker niet terzelfder tijd zijn verplichting tot beschrijving nakomt.

4. De vruchtgebruiker moet jaarlijks aan de hoofdgerechtigde een ondertekende nauwkeurige opgave zenden van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd en die geen vruchten zijn.

5. De vruchtgebruiker kan van de verplichtingen die ingevolge de voorgaande leden op hem rusten, niet worden vrijgesteld.

6. Tenzij anders is bepaald, komen de kosten van de beschrijving en van de in lid 4, bedoelde jaarlijkse opgave ten laste van de vruchtgebruiker.

Uitleg in duidelijke taal

1. Tenzij een bewind reeds tot een voldoende boedelbeschrijving heeft geleid of daartoe verplicht, moet de vruchtgebruiker in tegenwoordigheid of na behoorlijke oproeping van de hoofdgerechtigde een notariële beschrijving van de goederen opmaken. De beschrijving kan ondershands worden opgemaakt, indien de hoofdgerechtigde tegenwoordig is en hoofdgerechtigde en vruchtgebruiker een regeling hebben getroffen omtrent haar bewaring.

Dit lid bepaalt dat de vruchtgebruiker, tenzij een bestaand bewind al een adequate boedelbeschrijving heeft opgeleverd of daartoe verplicht is, een notariële beschrijving van de goederen moet opmaken. Dit dient te gebeuren in aanwezigheid van de hoofdgerechtigde, of nadat deze correct is opgeroepen. De beschrijving mag ook ondershands (dus niet door een notaris) worden opgemaakt, mits de hoofdgerechtigde hierbij aanwezig is en er tussen de hoofdgerechtigde en de vruchtgebruiker een afspraak is gemaakt over de bewaring van deze beschrijving.

2. Zowel de vruchtgebruiker als de hoofdgerechtigde hebben het recht om in de beschrijving alle bijzonderheden te doen opnemen, die dienstig zijn om de toestand waarin de aan het vruchtgebruik onderworpen zaken zich bevinden, te doen kennen.

Dit lid stelt dat zowel de vruchtgebruiker als de hoofdgerechtigde het recht hebben om in de boedelbeschrijving alle details te laten vastleggen die nuttig zijn om een duidelijk beeld te krijgen van de staat (toestand) waarin de goederen die onder het vruchtgebruik vallen, zich bevinden.

3. De hoofdgerechtigde is bevoegd de levering en afgifte van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen op te schorten, indien de vruchtgebruiker niet terzelfder tijd zijn verplichting tot beschrijving nakomt.

Dit lid geeft de hoofdgerechtigde de bevoegdheid om de overdracht (levering en afgifte) van de goederen die onder het vruchtgebruik vallen, uit te stellen (op te schorten) als de vruchtgebruiker niet gelijktijdig voldoet aan zijn verplichting om de boedelbeschrijving op te maken.

4. De vruchtgebruiker moet jaarlijks aan de hoofdgerechtigde een ondertekende nauwkeurige opgave zenden van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd en die geen vruchten zijn.

Dit lid verplicht de vruchtgebruiker om jaarlijks een ondertekende en precieze lijst (nauwkeurige opgave) naar de hoofdgerechtigde te sturen. Deze lijst moet vermelden: welke goederen er niet meer zijn, welke goederen daarvoor in de plaats zijn gekomen, en welke voordelen de goederen hebben opgebracht die niet als vruchten (zoals rente of oogst) worden beschouwd.

5. De vruchtgebruiker kan van de verplichtingen die ingevolge de voorgaande leden op hem rusten, niet worden vrijgesteld.

Dit lid stelt dat de vruchtgebruiker niet ontheven kan worden van de verplichtingen die in de voorgaande leden van dit artikel zijn genoemd.

6. Tenzij anders is bepaald, komen de kosten van de beschrijving en van de in lid 4, bedoelde jaarlijkse opgave ten laste van de vruchtgebruiker.

Dit lid bepaalt dat de kosten voor het opmaken van de boedelbeschrijving en voor de jaarlijkse opgave (genoemd in lid 4) voor rekening van de vruchtgebruiker komen, tenzij er een andere afspraak is gemaakt.