Artikel 191 (Aandeel gemeenschap beschikken en uitwinnen)
1. Tenzij uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten anders voortvloeit, kan ieder der deelgenoten over zijn aandeel in de gehele gemeenschap beschikken en kunnen zijn schuldeisers een zodanig aandeel uitwinnen.
2. Indien uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten voortvloeit dat zij niet, tenzij met aller toestemming bevoegd zijn over hun aandeel te beschikken, zijn de leden 3 en 4 van artikel 168 van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Tenzij uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten anders voortvloeit, kan ieder der deelgenoten over zijn aandeel in de gehele gemeenschap beschikken en kunnen zijn schuldeisers een zodanig aandeel uitwinnen.
Dit lid stelt dat, behalve als de rechtsverhouding tussen de deelgenoten anders bepaalt (anders voortvloeit), ieder der deelgenoten de bevoegdheid heeft om te beschikken over zijn aandeel in de gehele gemeenschap. Tevens hebben zijn schuldeisers het recht om een zodanig aandeel uit te winnen.
2. Indien uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten voortvloeit dat zij niet, tenzij met aller toestemming bevoegd zijn over hun aandeel te beschikken, zijn de leden 3 en 4 van artikel 168 van overeenkomstige toepassing.
Dit lid bepaalt dat als uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten voortvloeit dat zij niet bevoegd zijn over hun aandeel te beschikken, tenzij met aller toestemming, in dat geval de leden 3 en 4 van artikel 168 van overeenkomstige toepassing zijn.