Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 7. Gemeenschap
Afdeling 2. Enige bijzondere gemeenschappen
Artikel 190

Artikel 190 (Beschikking aandeel in bijzondere gemeenschap)

Laatste versie

1. Een deelgenoot kan niet beschikken over zijn aandeel in een tot de gemeenschap behorend goed afzonderlijk, en zijn schuldeisers kunnen een zodanig aandeel niet uitwinnen, zonder toestemming van de overige deelgenoten.

2. Nochtans kan een deelgenoot op een zodanig aandeel ook zonder toestemming van de andere deelgenoten een recht van pand of hypotheek vestigen. Zolang het goed tot de gemeenschap behoort, kan de pand- of hypotheekhouder niet tot verkoop overgaan, tenzij de overige deelgenoten hierin toestemmen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een deelgenoot kan niet beschikken over zijn aandeel in een tot de gemeenschap behorend goed afzonderlijk, en zijn schuldeisers kunnen een zodanig aandeel niet uitwinnen, zonder toestemming van de overige deelgenoten.

Dit lid stelt dat een deelgenoot niet afzonderlijk kan beschikken over zijn aandeel in een tot de gemeenschap behorend goed. Verder kunnen zijn schuldeisers een zodanig aandeel niet uitwinnen, tenzij hiervoor toestemming van de overige deelgenoten is verkregen.

2. Nochtans kan een deelgenoot op een zodanig aandeel ook zonder toestemming van de andere deelgenoten een recht van pand of hypotheek vestigen. Zolang het goed tot de gemeenschap behoort, kan de pand- of hypotheekhouder niet tot verkoop overgaan, tenzij de overige deelgenoten hierin toestemmen.

Dit lid stelt echter (nochtans) dat een deelgenoot wel zonder toestemming van de andere deelgenoten een recht van pand of hypotheek kan vestigen op een zodanig aandeel. Maar, zolang het goed tot de gemeenschap behoort, kan de pand- of hypotheekhouder niet tot verkoop overgaan, tenzij de overige deelgenoten hierin toestemmen.