Burgerlijk Wetboek Boek 3

1. De bepalingen van deze titel gelden niet voor een huwelijksgemeenschap, gemeenschap van een geregistreerd partnerschap, maatschap, vennootschap of rederij, zolang zij niet ontbonden zijn, noch voor de gemeenschap van een in appartementsrechten gesplitst gebouw, zolang de splitsing niet is opgeheven.

Dit lid stelt dat de bepalingen van deze titel (Titel 7. Gemeenschap) niet van toepassing zijn op:

• een huwelijksgemeenschap,
• een gemeenschap van een geregistreerd partnerschap,
• een maatschap,
• een vennootschap,
• of een rederij, zolang deze respectieve gemeenschappen niet ontbonden zijn. Evenmin gelden de bepalingen van deze titel voor de gemeenschap van een gebouw dat in appartementsrechten is gesplitst, zolang die splitsing niet is opgeheven.

2. Voor de gemeenschap van een nalatenschap, voor een ontbonden huwelijksgemeenschap, ontbonden gemeenschap van een geregistreerd partnerschap, maatschap, vennootschap of rederij en voor de gemeenschap van een gebouw waarvan de splitsing in appartementsrechten is opgeheven, gelden de volgende bepalingen van deze afdeling, alsmede die van de eerste afdeling, voor zover daarvan in deze afdeling niet wordt afgeweken.

Dit lid specificeert dat voor de volgende gemeenschappen:

• de gemeenschap van een nalatenschap,
• een ontbonden huwelijksgemeenschap,
• een ontbonden gemeenschap van een geregistreerd partnerschap,
• een (ontbonden) maatschap,
• een (ontbonden) vennootschap,
• of een (ontbonden) rederij,
• en voor de gemeenschap van een gebouw waarvan de splitsing in appartementsrechten is opgeheven, de bepalingen van deze afdeling (Afdeling 2. Enige bijzondere gemeenschappen van Titel 7) van toepassing zijn. Tevens zijn de bepalingen van de eerste afdeling (Afdeling 1. Algemene bepalingen van Titel 7) van toepassing, voor zover in deze afdeling (Afdeling 2) daar niet van wordt afgeweken.