Artikel 185 (Rechterlijke verdeling gemeenschap)
1. Voor zover de deelgenoten en zij wier medewerking vereist is, over een verdeling niet tot overeenstemming kunnen komen, gelast op vordering van de meest gerede partij de rechter de wijze van verdeling of stelt hij zelf de verdeling vast, rekening houdende naar billijkheid zowel met de belangen van partijen als met het algemeen belang.
2. Als wijzen van verdeling komen daarbij in aanmerking:
a. toedeling van een gedeelte van het goed aan ieder der deelgenoten; b. overbedeling van een of meer deelgenoten tegen vergoeding van de overwaarde; c. verdeling van de netto-opbrengst van het goed of een gedeelte daarvan, nadat dit op een door de rechter bepaalde wijze zal zijn verkocht.
3. Zo nodig kan de rechter bepalen dat degene die overbedeeld wordt, de overwaarde geheel of ten dele in termijnen mag voldoen. Hij kan daaraan de voorwaarde verbinden dat zekerheid tot een door hem bepaald bedrag en van een door hem bepaalde aard wordt gesteld.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voor zover de deelgenoten en zij wier medewerking vereist is, over een verdeling niet tot overeenstemming kunnen komen, gelast op vordering van de meest gerede partij de rechter de wijze van verdeling of stelt hij zelf de verdeling vast, rekening houdende naar billijkheid zowel met de belangen van partijen als met het algemeen belang.
Dit betekent dat als de mede-eigenaren (deelgenoten) en anderen wiens medewerking noodzakelijk is, het niet eens kunnen worden over de manier waarop een gemeenschappelijk goed verdeeld moet worden, de rechter op verzoek (vordering) van de partij die het meest bereid is tot een oplossing (de meest gerede partij) zal bevelen (gelast) hoe de verdeling moet plaatsvinden. De rechter kan ook zelf de verdeling bepalen (stelt hij zelf de verdeling vast). Hierbij moet de rechter op een eerlijke en redelijke manier (rekening houdende naar billijkheid) kijken naar zowel de belangen van de betrokken partijen als naar het algemeen belang.
2. Als wijzen van verdeling komen daarbij in aanmerking:
Dit lid specificeert welke methoden (wijzen) van verdeling de rechter kan toepassen:
a. toedeling van een gedeelte van het goed aan ieder der deelgenoten;
Dit betekent dat elke mede-eigenaar (deelgenoot) een specifiek deel van het gemeenschappelijke goed krijgt toegewezen.
b. overbedeling van een of meer deelgenoten tegen vergoeding van de overwaarde;
Dit betekent dat één of meerdere mede-eigenaren meer krijgen dan hun feitelijke aandeel (overbedeling), op voorwaarde dat zij de andere mede-eigenaar(s) hiervoor een geldbedrag betalen (vergoeding) dat gelijk is aan de extra waarde (overwaarde) die zij ontvangen.
c. verdeling van de netto-opbrengst van het goed of een gedeelte daarvan, nadat dit op een door de rechter bepaalde wijze zal zijn verkocht.
Dit betekent dat het gemeenschappelijke goed, of een deel ervan, wordt verkocht op een manier die de rechter vaststelt. Vervolgens wordt de opbrengst na aftrek van kosten (netto-opbrengst) verdeeld onder de deelgenoten.
3. Zo nodig kan de rechter bepalen dat degene die overbedeeld wordt, de overwaarde geheel of ten dele in termijnen mag voldoen. Hij kan daaraan de voorwaarde verbinden dat zekerheid tot een door hem bepaald bedrag en van een door hem bepaalde aard wordt gesteld.
Dit betekent dat de rechter, indien de situatie dit vereist, kan beslissen dat de mede-eigenaar die meer krijgt dan zijn aandeel (overbedeeld wordt), de vergoeding voor die extra waarde (overwaarde) geheel of gedeeltelijk in termijnen mag betalen. De rechter kan aan deze regeling de voorwaarde koppelen dat de betreffende mede-eigenaar een vorm van garantie (zekerheid) biedt, zoals een borgtocht of hypotheek, voor een bedrag en op een manier die de rechter vaststelt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:499 - Verkoop gemeenschappelijk goed in kort geding als voorlopige voorziening is mogelijk - 30 maart 2023
De Hoge Raad oordeelt dat een voorzieningenrechter in kort geding een deelgenoot kan veroordelen tot medewerking aan de verkoop en levering van een gemeenschappelijk goed. Dat dit feitelijk een wijze van verdeling is (art. 3:185 BW), staat hieraan niet in de weg, gezien het voorlopige karakter.
ECLI:NL:HR:2017:939 - Verdeling van beneficiair aanvaarde nalatenschap vóór voltooide vereffening - 18 mei 2017
Een rechter kan een vordering tot verdeling van een beneficiair aanvaarde nalatenschap niet zomaar afwijzen als de vereffening onvoltooid is. De rechter moet met partijen onderzoeken of er manieren zijn om toch tot een (gedeeltelijke) verdeling te komen, met waarborgen voor de belangen van schuldeisers.
ECLI:NL:HR:2018:535 - Vordering deelgenoot namens gemeenschap tegen andere deelgenoot en derden - 5 april 2018
Een deelgenoot kan op grond van art. 3:171 BW zelfstandig een vordering instellen tegen een derde ten behoeve van de gemeenschap, ook als andere deelgenoten zich daartegen verzetten. Een vordering tegen een mede-deelgenoot is op deze grondslag in beginsel niet mogelijk; dit dient in de verdeling te worden betrokken.
ECLI:NL:HR:2023:1722 - Rechterlijke vaststelling verdeling is definitief, ook met uitvoeringsvoorwaarden - 7 december 2023
Een rechterlijke vaststelling van de verdeling van een gemeenschap (art. 3:185 BW) fixeert de verdelingsdatum, ook als er voorwaarden aan de uitvoering zijn verbonden. Deze voorwaarden zien op de executie en veranderen niet dat de verdeling op de datum van de uitspraak is vastgesteld.
ECLI:NL:HR:2001:ZC3697 - Hoge Raad - 11 oktober 2001
ECLI:NL:RBOBR:2024:2079 - Rechtbank Oost-Brabant - 30 april 2024
ECLI:NL:HR:2013:BZ8746 - Verdeling gemeenschap: Goederenrechtelijke eigendom versus verbintenisrechtelijke afspraken - 11 juli 2013
De rechter kan bij de verdeling van een gemeenschap afwijken van de formele eigendomsverhouding. Als partijen hebben afgesproken dat de goederenrechtelijke mede-eigendom van een deelgenoot slechts een papieren constructie is, kan de rechter het goed toedelen zonder vergoeding voor overbedeling aan die deelgenoot.