Burgerlijk Wetboek Boek 3

Als een verdeling wordt aangemerkt iedere rechtshandeling waartoe alle deelgenoten, hetzij in persoon, hetzij vertegenwoordigd, medewerken en krachtens welke een of meer van hen een of meer goederen der gemeenschap met uitsluiting van de overige deelgenoten verkrijgen. De handeling is niet een verdeling, indien zij strekt tot nakoming van een voor rekening van de gemeenschap komende schuld aan een of meer deelgenoten, die niet voortspruit uit een rechtshandeling als bedoeld in de vorige zin.

Dit artikel betekent letterlijk: Als een 'verdeling' wordt aangemerkt iedere rechtshandeling waartoe alle deelgenoten (de personen die gezamenlijk eigenaar zijn van goederen in een gemeenschap) – hetzij in persoon, hetzij vertegenwoordigd – medewerken. Krachtens deze rechtshandeling verkrijgen een of meer van hen een of meer goederen die tot de gemeenschap behoren, met uitsluiting van de overige deelgenoten.

De handeling is echter niet een verdeling, indien zij strekt tot nakoming van een schuld die voor rekening van de gemeenschap komt en aan een of meer deelgenoten moet worden voldaan. Dit is het geval als deze specifieke schuld niet voortspruit uit een rechtshandeling die zelf als een 'verdeling' (zoals bedoeld in de vorige zin) wordt aangemerkt.