Artikel 175 (Beschikken over en uitwinnen van aandeel)
1. Tenzij uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten anders voortvloeit, kan ieder van hen over zijn aandeel in een gemeenschappelijk goed beschikken.
2. Indien uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten voortvloeit dat zij niet, tenzij met aller toestemming, bevoegd zijn over hun aandeel te beschikken, zijn de leden 3 en 4 van artikel 168 van overeenkomstige toepassing.
3. De schuldeisers van een deelgenoot kunnen zijn aandeel in een gemeenschappelijk goed uitwinnen. Na de uitwinning van een aandeel kunnen beperkingen van de bevoegdheid om over de aandelen te beschikken niet worden ingeroepen tussen de verkrijger van dat aandeel en de overige deelgenoten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Tenzij uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten anders voortvloeit, kan ieder van hen over zijn aandeel in een gemeenschappelijk goed beschikken.
Dit betekent dat, als hoofdregel, iedere deelgenoot bevoegd is om over zijn eigen aandeel in een gemeenschappelijk goed te beschikken. Dit is anders indien uit de rechtsverhouding die tussen de deelgenoten bestaat, een afwijkende regeling voortvloeit.
2. Indien uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten voortvloeit dat zij niet, tenzij met aller toestemming, bevoegd zijn over hun aandeel te beschikken, zijn de leden 3 en 4 van artikel 168 van overeenkomstige toepassing.
Dit houdt in dat, wanneer uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten voortvloeit dat zij niet bevoegd zijn om over hun aandeel te beschikken, tenzij zij daarvoor de toestemming van alle deelgenoten hebben, de bepalingen van artikel 168, leden 3 en 4, op overeenkomstige wijze van toepassing zijn.
3. De schuldeisers van een deelgenoot kunnen zijn aandeel in een gemeenschappelijk goed uitwinnen. Na de uitwinning van een aandeel kunnen beperkingen van de bevoegdheid om over de aandelen te beschikken niet worden ingeroepen tussen de verkrijger van dat aandeel en de overige deelgenoten.
Dit lid stelt dat schuldeisers van een deelgenoot het recht hebben om het aandeel van die deelgenoot in een gemeenschappelijk goed te doen verkopen (uitwinnen) om hun vordering te voldoen. Verder bepaalt het dat, nadat een aandeel is uitgewonnen, eventuele beperkingen op de bevoegdheid om over de aandelen te beschikken niet meer kunnen worden tegengeworpen (ingeroepen) in de relatie tussen de persoon die het aandeel heeft verkregen (de verkrijger) en de overige deelgenoten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:156 - Eenvoudige gemeenschap, verrekenbeding en de plicht tot rekening en verantwoording
Een eenvoudige gemeenschap valt niet onder de uitzondering voor huwelijksgemeenschappen in een wettelijk deelgenootschap. De plicht tot rekening en verantwoording (art. 3:173 BW) geldt ook tussen echtgenoten voor het beheer over goederen in een eenvoudige gemeenschap.