Artikel 120 (Bezitter te goeder trouw vruchten kosten opschorting)
1. Aan een bezitter te goeder trouw behoren de afgescheiden natuurlijke en de opeisbaar geworden burgerlijke vruchten toe.
2. De rechthebbende op een goed, die dit opeist van een bezitter te goeder trouw of die het van deze heeft terugontvangen, is verplicht de ten behoeve van het goed gemaakte kosten alsmede de schade waarvoor de bezitter op grond van het in titel 3 van Boek 6 bepaalde uit hoofde van zijn bezit jegens derden aansprakelijk mocht zijn, aan deze te vergoeden, voor zover de bezitter niet door de vruchten van het goed en de overige voordelen die hij ter zake heeft genoten, voor het een en ander is schadeloos gesteld. De rechter kan de verschuldigde vergoeding beperken, indien volledige vergoeding zou leiden tot onbillijke bevoordeling van de bezitter jegens de rechthebbende.
3. Zolang een bezitter te goeder trouw de hem verschuldigde vergoeding niet heeft ontvangen, is hij bevoegd de afgifte van het goed op te schorten.
4. Het in dit artikel bepaalde is ook van toepassing op hem die meent en mocht menen dat hij het bezit rechtmatig heeft verkregen, ook al weet hij dat de handelingen die voor de levering van het recht nodig zijn, niet hebben plaatsgevonden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Aan een bezitter te goeder trouw behoren de afgescheiden natuurlijke en de opeisbaar geworden burgerlijke vruchten toe.
Dit betekent dat de afgescheiden natuurlijke vruchten en de burgerlijke vruchten die opeisbaar zijn geworden, toebehoren aan een bezitter die te goeder trouw is.
2. De rechthebbende op een goed, die dit opeist van een bezitter te goeder trouw of die het van deze heeft terugontvangen, is verplicht de ten behoeve van het goed gemaakte kosten alsmede de schade waarvoor de bezitter op grond van het in titel 3 van Boek 6 bepaalde uit hoofde van zijn bezit jegens derden aansprakelijk mocht zijn, aan deze te vergoeden, voor zover de bezitter niet door de vruchten van het goed en de overige voordelen die hij ter zake heeft genoten, voor het een en ander is schadeloos gesteld. De rechter kan de verschuldigde vergoeding beperken, indien volledige vergoeding zou leiden tot onbillijke bevoordeling van de bezitter jegens de rechthebbende.
- de kosten die ten behoeve van het goed zijn gemaakt, en
- de schade waarvoor de bezitter op grond van het in titel 3 van Boek 6 bepaalde uit hoofde van zijn bezit jegens derden aansprakelijk mocht zijn. Deze verplichting tot vergoeding geldt voor zover de bezitter niet reeds voor deze kosten en schade schadeloos is gesteld door de vruchten van het goed en de overige voordelen die hij ter zake heeft genoten. De rechter kan de hoogte van de verschuldigde vergoeding beperken als een volledige vergoeding zou leiden tot een onbillijke bevoordeling van de bezitter ten opzichte van de rechthebbende.
3. Zolang een bezitter te goeder trouw de hem verschuldigde vergoeding niet heeft ontvangen, is hij bevoegd de afgifte van het goed op te schorten.
Dit houdt in dat een bezitter die te goeder trouw is, de bevoegdheid heeft om de afgifte van het goed op te schorten zolang hij de vergoeding die hem verschuldigd is, nog niet heeft ontvangen.
4. Het in dit artikel bepaalde is ook van toepassing op hem die meent en mocht menen dat hij het bezit rechtmatig heeft verkregen, ook al weet hij dat de handelingen die voor de levering van het recht nodig zijn, niet hebben plaatsgevonden.
Dit betekent dat de bepalingen van dit artikel ook van toepassing zijn op de persoon die meent en redelijkerwijs mocht menen dat hij het bezit rechtmatig heeft verkregen. Dit geldt zelfs indien hij weet dat de handelingen die noodzakelijk zijn voor de levering van het recht, niet hebben plaatsgevonden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:97 - Opzetheling: Ongeloofwaardige verklaring als bewijs voor 'weten ten tijde van'
Een ongeloofwaardige verklaring van een verdachte over de herkomst van een gestolen goed kan bijdragen aan het bewijs dat hij ten tijde van de verkrijging al wist dat het goed van misdrijf afkomstig was, zonder dat dit de onschuldpresumptie schendt.