Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 1. Algemene bepalingen
Afdeling 1. Begripsbepalingen
Artikel 11

Artikel 11 (Goede trouw kennen en behoren te kennen)

Laatste versie

Goede trouw van een persoon, vereist voor enig rechtsgevolg, ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.

Uitleg in duidelijke taal

Goede trouw van een persoon, vereist voor enig rechtsgevolg, ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.

Dit artikel bepaalt wanneer de goede trouw van een persoon, die vereist is voor enig rechtsgevolg, ontbreekt. Dit is het geval niet alleen indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Verder geldt dat de onmogelijkheid van onderzoek niet belet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1164

ECLI:NL:HR:2023:11648 september 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1135 - Hoge Raad objectiveert goedetrouw-norm en verruimt reikwijdte Mulder q.q./CL

ECLI:NL:HR:2023:113525 augustus 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad objectiveert de goedetrouw-norm van art. 54/235 Fw: het gaat om weten of behoren te weten. Daarnaast wordt de verrekeningspositie uit Mulder q.q./CL verruimd tot betalingen op de rekening van een andere schuldenaar dan de pandgever, mits het pandrecht ook diens schuld verzekert.

Civiel RechtInsolventierecht, Goederenrecht, Financieel Recht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AA9668

ECLI:NL:HR:2001:AA966826 januari 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1825 - Goede trouw bij verjaring erfdienstbaarheid ondanks fout in notariële akte

ECLI:NL:HR:2023:182522 december 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroep op goede trouw voor verkrijgende verjaring van een erfdienstbaarheid wordt niet verhinderd door art. 3:23 BW, indien de vestiging van de erfdienstbaarheid per abuis door een notaris is weggelaten uit de akte en de verkrijger hiervan onwetend was.

Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht