Artikel 106 (Tenietgaan beperkt recht door verjaring opheffingsvordering)
Wanneer de verjaring van de rechtsvordering van een beperkt gerechtigde tegen de hoofdgerechtigde tot opheffing van een met het beperkte recht strijdige toestand wordt voltooid, gaat het beperkte recht teniet, voor zover de uitoefening daarvan door die toestand is belet.
Uitleg in duidelijke taal
Wanneer de verjaring van de rechtsvordering van een beperkt gerechtigde tegen de hoofdgerechtigde tot opheffing van een met het beperkte recht strijdige toestand wordt voltooid, gaat het beperkte recht teniet, voor zover de uitoefening daarvan door die toestand is belet.
Dit artikel bepaalt dat wanneer de verjaring
van de rechtsvordering
van een beperkt gerechtigde
tegen de hoofdgerechtigde
wordt voltooid
– welke rechtsvordering
gericht is op opheffing van een toestand
die strijdig
is met het beperkte recht
– het beperkte recht teniet
gaat. Dit tenietgaan
vindt plaats voor zover de uitoefening
van dat beperkte recht
door die toestand is belet
.