Terug naar bibliotheek
Boek 2. Rechtspersonen
Titel 4. Naamloze vennootschappen
Afdeling 3. Het vermogen van de naamloze vennootschap
Artikel 98c

Artikel 98c (Financiële steunverlening NV verkrijging eigen aandelen)

Laatste versie

1. De vennootschap mag niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen in haar kapitaal of van certificaten daarvan, zekerheid stellen, een koersgarantie geven, zich op andere wijze sterk maken of zich hoofdelijk of anderszins naast of voor anderen verbinden. Dit verbod geldt ook voor haar dochtermaatschappijen.

2. De vennootschap en haar dochtermaatschappijen mogen niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen in het kapitaal van de vennootschap of van certificaten daarvan, leningen verstrekken, tenzij het bestuur daartoe besluit en er is voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. het verstrekken van de lening, met inbegrip van de rente die de vennootschap ontvangt en de zekerheden die aan de vennootschap worden verstrekt, geschiedt tegen billijke marktvoorwaarden; b. het eigen vermogen, verminderd met het bedrag van de lening, is niet kleiner dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of de statuten moeten worden aangehouden; c. de kredietwaardigheid van de derde of, wanneer het meerpartijentransacties betreft, van iedere erbij betrokken tegenpartij is nauwgezet onderzocht; d. indien de lening wordt verstrekt met het oog op het nemen van aandelen in het kader van een verhoging van het geplaatste kapitaal van de vennootschap of met het oog op het verkrijgen van aandelen die de vennootschap in haar kapitaal houdt, is de prijs waarvoor de aandelen worden genomen of verkregen billijk.

3. Voor het vereiste in lid 2, onderdeel b, is bepalend de grootte van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans, verminderd met de verkrijgingsprijs voor aandelen in het kapitaal van de vennootschap en uitkeringen uit winst of reserves aan anderen die zij en haar dochtermaatschappijen na de balansdatum verschuldigd werden. Is een boekjaar meer dan zes maanden verstreken zonder dat de jaarrekening is vastgesteld, dan is een transactie als bedoeld in lid 2 niet toegestaan.

4. De vennootschap houdt een niet-uitkeerbare reserve aan ter grootte van het bedrag van de in lid 2 bedoelde leningen.

5. Een besluit van het bestuur tot het verstrekken van een lening als bedoeld in lid 2 is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering. Het besluit tot goedkeuring wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter vergadering is vertegenwoordigd. In afwijking van de vorige volzin wordt in het geval aandelen of certificaten van aandelen van de vennootschap zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht dan wel op een multilaterale handelsfaciliteit als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht het besluit tot goedkeuring genomen met ten minste 95 procent van de uitgebrachte stemmen.

6. Wanneer aan de algemene vergadering de in lid 5 bedoelde goedkeuring wordt gevraagd, wordt zulks bij de oproeping tot de algemene vergadering vermeld. Gelijktijdig met de oproeping wordt ten kantore van de vennootschap een rapport ter inzage van de aandeelhouders en de houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van haar aandelen gelegd waarin melding wordt gemaakt van de redenen voor het verstrekken van de lening, het voor de vennootschap daaraan verbonden belang, de voorwaarden waartegen de lening zal worden verstrekt, de koers waartegen de aandelen door de derde zullen worden genomen of verkregen en de aan de lening verbonden risico’s voor de liquiditeit en de solvabiliteit van de vennootschap.

7. De vennootschap legt binnen acht dagen na de in lid 5 bedoelde goedkeuring het in lid 6 bedoelde rapport of een afschrift daarvan neer ten kantore van het handelsregister.

8. De leden 1 tot en met 7 gelden niet, indien aandelen of certificaten van aandelen worden genomen of verkregen door of voor werknemers in dienst van de vennootschap of van een groepsmaatschappij.

9. De leden 1 tot en met 7 gelden niet voor een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, voor zover zij handelt in de gewone uitoefening van haar bedrijf.

Uitleg in duidelijke taal

1. De vennootschap mag niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen in haar kapitaal of van certificaten daarvan, zekerheid stellen, een koersgarantie geven, zich op andere wijze sterk maken of zich hoofdelijk of anderszins naast of voor anderen verbinden. Dit verbod geldt ook voor haar dochtermaatschappijen.

Dit lid bepaalt dat de vennootschap geen handelingen mag verrichten zoals het stellen van zekerheid, het geven van een koersgarantie, het zich op een andere manier garant stellen, of het zich hoofdelijk of op andere wijze verbinden naast of voor anderen, wanneer dit gebeurt met de intentie dat anderen aandelen in haar kapitaal of certificaten van die aandelen nemen of verkrijgen. Dit verbod is eveneens van toepassing op haar dochtermaatschappijen.

2. De vennootschap en haar dochtermaatschappijen mogen niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen in het kapitaal van de vennootschap of van certificaten daarvan, leningen verstrekken, tenzij het bestuur daartoe besluit en er is voldaan aan de volgende voorwaarden:

Dit lid stelt dat de vennootschap en haar dochtermaatschappijen geen leningen mogen verstrekken met de intentie dat anderen aandelen in het kapitaal van de vennootschap of certificaten daarvan nemen of verkrijgen. Een uitzondering hierop is mogelijk indien het bestuur hiertoe besluit en aan de hieronder gespecificeerde voorwaarden is voldaan:

a. het verstrekken van de lening, met inbegrip van de rente die de vennootschap ontvangt en de zekerheden die aan de vennootschap worden verstrekt, geschiedt tegen billijke marktvoorwaarden;

Dit onderdeel houdt in dat het verstrekken van de lening, inclusief de rente die de vennootschap daarvoor ontvangt en de zekerheden die aan de vennootschap worden gegeven, moet plaatsvinden tegen voorwaarden die eerlijk en gebruikelijk zijn in de markt (billijke marktvoorwaarden).

b. het eigen vermogen, verminderd met het bedrag van de lening, is niet kleiner dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of de statuten moeten worden aangehouden;

Dit onderdeel vereist dat het eigen vermogen van de vennootschap, na aftrek van het bedrag van de lening, niet lager mag zijn dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, verhoogd met de reserves die volgens de wet of de statuten moeten worden aangehouden.

c. de kredietwaardigheid van de derde of, wanneer het meerpartijentransacties betreft, van iedere erbij betrokken tegenpartij is nauwgezet onderzocht;

Dit onderdeel stelt als voorwaarde dat de kredietwaardigheid van de derde partij die de lening ontvangt, of, in het geval van transacties met meerdere partijen, van elke betrokken tegenpartij, zorgvuldig is onderzocht.

d. indien de lening wordt verstrekt met het oog op het nemen van aandelen in het kader van een verhoging van het geplaatste kapitaal van de vennootschap of met het oog op het verkrijgen van aandelen die de vennootschap in haar kapitaal houdt, is de prijs waarvoor de aandelen worden genomen of verkregen billijk.

Dit onderdeel bepaalt dat, als de lening wordt verstrekt met de bedoeling dat aandelen worden genomen in het kader van een verhoging van het geplaatste kapitaal van de vennootschap, of met de bedoeling dat aandelen worden verkregen die de vennootschap in haar eigen kapitaal houdt, de prijs waarvoor deze aandelen worden genomen of verkregen, een billijke prijs moet zijn.

3. Voor het vereiste in lid 2, onderdeel b, is bepalend de grootte van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans, verminderd met de verkrijgingsprijs voor aandelen in het kapitaal van de vennootschap en uitkeringen uit winst of reserves aan anderen die zij en haar dochtermaatschappijen na de balansdatum verschuldigd werden. Is een boekjaar meer dan zes maanden verstreken zonder dat de jaarrekening is vastgesteld, dan is een transactie als bedoeld in lid 2 niet toegestaan.

Dit lid verduidelijkt dat voor de eis in lid 2, sub b (betreffende het eigen vermogen), de omvang van het eigen vermogen zoals vermeld op de meest recent vastgestelde balans leidend is. Dit bedrag wordt vervolgens verminderd met de aankoopprijs voor aandelen in het kapitaal van de vennootschap en met uitkeringen uit winst of reserves aan anderen, die de vennootschap en haar dochtermaatschappijen na de datum van de balans verschuldigd zijn geworden. Indien er meer dan zes maanden van een boekjaar zijn verstreken zonder dat de jaarrekening is vastgesteld, is een transactie zoals bedoeld in lid 2 niet geoorloofd.

4. De vennootschap houdt een niet-uitkeerbare reserve aan ter grootte van het bedrag van de in lid 2 bedoelde leningen.

Dit lid schrijft voor dat de vennootschap een reserve moet aanhouden die niet mag worden uitgekeerd, ter hoogte van het totale bedrag van de leningen die in lid 2 worden genoemd.

5. Een besluit van het bestuur tot het verstrekken van een lening als bedoeld in lid 2 is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering. Het besluit tot goedkeuring wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, indien minder dan de helft van het geplaatste kapitaal ter vergadering is vertegenwoordigd. In afwijking van de vorige volzin wordt in het geval aandelen of certificaten van aandelen van de vennootschap zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht dan wel op een multilaterale handelsfaciliteit als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht het besluit tot goedkeuring genomen met ten minste 95 procent van de uitgebrachte stemmen.

Dit lid bepaalt dat een besluit van het bestuur om een lening te verstrekken zoals bedoeld in lid 2, vooraf moet worden goedgekeurd door de algemene vergadering. Dit goedkeuringsbesluit vereist een meerderheid van ten minste twee derden van de stemmen die zijn uitgebracht, mits minder dan de helft van het geplaatste kapitaal op de vergadering vertegenwoordigd is. Als afwijking hierop geldt dat, indien aandelen of certificaten van aandelen van de vennootschap verhandeld mogen worden op een gereglementeerde markt (zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht) of op een multilaterale handelsfaciliteit (eveneens gedefinieerd in artikel 1:1 van die wet), het goedkeuringsbesluit moet worden genomen met ten minste 95 procent van de uitgebrachte stemmen.

6. Wanneer aan de algemene vergadering de in lid 5 bedoelde goedkeuring wordt gevraagd, wordt zulks bij de oproeping tot de algemene vergadering vermeld. Gelijktijdig met de oproeping wordt ten kantore van de vennootschap een rapport ter inzage van de aandeelhouders en de houders van met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten van haar aandelen gelegd waarin melding wordt gemaakt van de redenen voor het verstrekken van de lening, het voor de vennootschap daaraan verbonden belang, de voorwaarden waartegen de lening zal worden verstrekt, de koers waartegen de aandelen door de derde zullen worden genomen of verkregen en de aan de lening verbonden risico’s voor de liquiditeit en de solvabiliteit van de vennootschap.

Dit lid stelt dat als de in lid 5 genoemde goedkeuring aan de algemene vergadering wordt voorgelegd, dit vermeld moet worden in de oproeping voor die algemene vergadering. Tegelijk met de oproeping moet op het kantoor van de vennootschap een rapport beschikbaar zijn ter inzage voor de aandeelhouders en de houders van certificaten van haar aandelen die met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven. In dit rapport moeten de redenen voor het verstrekken van de lening, het belang van de vennootschap daarbij, de voorwaarden van de lening, de prijs waartegen de derde de aandelen zal nemen of verkrijgen, en de risico's van de lening voor de liquiditeit en solvabiliteit van de vennootschap worden uiteengezet.

7. De vennootschap legt binnen acht dagen na de in lid 5 bedoelde goedkeuring het in lid 6 bedoelde rapport of een afschrift daarvan neer ten kantore van het handelsregister.

Dit lid verplicht de vennootschap om binnen acht dagen na de goedkeuring zoals genoemd in lid 5, het rapport zoals genoemd in lid 6 (of een kopie daarvan) te deponeren bij het kantoor van het handelsregister.

8. De leden 1 tot en met 7 gelden niet, indien aandelen of certificaten van aandelen worden genomen of verkregen door of voor werknemers in dienst van de vennootschap of van een groepsmaatschappij.

Dit lid geeft aan dat de bepalingen van de leden 1 tot en met 7 niet van toepassing zijn wanneer aandelen of certificaten van aandelen worden genomen of verkregen door of ten behoeve van werknemers die in dienst zijn bij de vennootschap of bij een maatschappij die tot dezelfde groep behoort (groepsmaatschappij).

9. De leden 1 tot en met 7 gelden niet voor een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, voor zover zij handelt in de gewone uitoefening van haar bedrijf.

Dit lid stelt dat de bepalingen van de leden 1 tot en met 7 niet van toepassing zijn op een financiële onderneming die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland als bank mag opereren, mits deze onderneming handelt binnen de normale uitoefening van haar bedrijfsactiviteiten.