Burgerlijk Wetboek Boek 2

a. de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 393 lid 5 of een mededeling waarom deze ontbreekt;

Dit houdt in dat de verklaring van de accountant, zoals omschreven in artikel 393 lid 5, moet worden toegevoegd. Als deze accountantsverklaring ontbreekt, moet er een mededeling worden gedaan waarin de reden voor het ontbreken wordt uitgelegd.

b. een weergave van de statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst;

Dit betekent dat er een beschrijving moet worden opgenomen van de regeling die in de statuten is vastgelegd betreffende de bestemming van de winst.

c. een weergave van de statutaire regeling omtrent de bijdrage in een tekort van een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij, voor zover deze van de wettelijke bepalingen afwijkt;

Dit houdt in dat er een beschrijving moet worden gegeven van de statutaire regeling die bepaalt hoe er wordt bijgedragen in een tekort van een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij, maar alleen voor zover deze statutaire regeling afwijkt van de wettelijke bepalingen.

d. een lijst van namen van degenen aan wie een bijzonder statutair recht inzake de zeggenschap in de rechtspersoon toekomt, met een omschrijving van de aard van dat recht, tenzij omtrent deze gegevens mededeling is gedaan in het bestuursverslag op grond van artikel 391 lid 5;

Dit betekent dat een lijst moet worden toegevoegd met de namen van de personen aan wie een bijzonder statutair recht met betrekking tot de zeggenschap in de rechtspersoon toekomt. Deze lijst moet vergezeld gaan van een omschrijving van de aard van dat recht. Deze verplichting geldt niet indien over deze gegevens reeds mededeling is gedaan in het bestuursverslag op basis van artikel 391 lid 5.

e. een opgave van het aantal stemrechtloze aandelen en het aantal aandelen dat geen of slechts een beperkt recht geeft tot deling in de winst of reserves van de vennootschap, met vermelding van de bevoegdheden die zij geven;

Dit houdt in dat er een opgave moet worden gedaan van het aantal aandelen zonder stemrecht en van het aantal aandelen dat geen recht, of slechts een beperkt recht, geeft op een deel van de winst of reserves van de vennootschap. Bij deze opgave moet ook worden vermeld welke bevoegdheden deze aandelen verschaffen.

f. opgave van het bestaan van nevenvestigingen en van de landen waar nevenvestigingen zijn, alsmede van hun handelsnaam indien deze afwijkt van die van de rechtspersoon.

Dit betekent dat er een opgave moet worden gedaan van het bestaan van nevenvestigingen. Daarbij moet worden vermeld in welke landen deze nevenvestigingen zich bevinden, en ook hun handelsnaam als deze anders is dan de handelsnaam van de rechtspersoon zelf.

2. De gegevens mogen niet in strijd zijn met de jaarrekening en met het bestuursverslag.

Dit stelt dat de toegevoegde gegevens niet tegenstrijdig mogen zijn met de informatie in de jaarrekening en het bestuursverslag.

3. Is een recht als bedoeld in lid 1 onder d in een aandeel belichaamd, dan wordt vermeld hoeveel zodanige aandelen elk der rechthebbenden houdt. Komt een zodanig recht aan een vennootschap, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij of stichting toe, dan worden tevens de namen van de bestuurders daarvan medegedeeld.

Dit betekent dat als een recht zoals genoemd in lid 1 onder d (bijzonder statutair recht inzake zeggenschap) is verbonden aan een aandeel, dan moet worden vermeld hoeveel van zulke aandelen elke rechthebbende bezit. Indien een dergelijk recht toekomt aan een vennootschap, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij of stichting, dan moeten ook de namen van de bestuurders van die entiteit worden meegedeeld.

4. Het bepaalde in lid 1 onder d en in lid 3 is niet van toepassing, voor zover Onze Minister van Economische Zaken desverzocht aan de rechtspersoon wegens gewichtige redenen ontheffing heeft verleend; deze ontheffing kan telkens voor ten hoogste vijf jaren worden verleend. Geen ontheffing kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 onder d wanneer omtrent deze gegevens mededeling moet worden gedaan in het bestuursverslag op grond van artikel 391 lid 5.

Dit lid bepaalt dat de voorschriften in lid 1 onder d en in lid 3 niet van toepassing zijn, indien en voor zover Onze Minister van Economische Zaken op verzoek aan de rechtspersoon vanwege gewichtige redenen ontheffing heeft verleend. Deze ontheffing kan steeds voor een periode van maximaal vijf jaar worden verleend. Er kan echter geen ontheffing worden verleend voor het bepaalde in lid 1 onder d als over deze gegevens mededeling moet worden gedaan in het bestuursverslag op grond van artikel 391 lid 5.

5. Het bestuur van een stichting of een vereniging als bedoeld in artikel 360 lid 3 behoeft de gegevens, bedoeld in lid 1, onder b, en artikel 380c, niet aan de jaarrekening en het bestuursverslag toe te voegen.

Dit betekent dat het bestuur van een stichting of een vereniging die valt onder de omschrijving van artikel 360 lid 3, de gegevens zoals genoemd in lid 1, onderdeel b (statutaire regeling winstbestemming), en de gegevens zoals bedoeld in artikel 380c, niet hoeft toe te voegen aan de jaarrekening en het bestuursverslag.