Terug naar bibliotheek
Boek 2. Rechtspersonen
Titel 9. De jaarrekening en het bestuursverslag
Afdeling 6. Voorschriften omtrent de grondslagen van waardering en van bepaling van het resultaat
Artikel 387

Artikel 387 (Voorschriften waardeverminderingen activa)

Laatste versie

1. Waardeverminderingen van activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

2. Vlottende activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde, indien deze op de balansdatum lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De waardering geschiedt tegen een andere lagere waarde, indien het in artikel 362 lid 1 bedoelde inzicht daardoor wordt gediend.

3. Bij de waardering van de vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Bij de waardering van de financiële vaste activa mag in ieder geval met op de balansdatum opgetreden waardevermindering rekening worden gehouden.

4. De afboeking overeenkomstig de voorgaande leden wordt, voor zover zij niet krachtens artikel 390 lid 3 aan de herwaarderingsreserve wordt onttrokken, ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. De afboeking wordt ongedaan gemaakt, zodra de waardevermindering heeft opgehouden te bestaan. De afboekingen ingevolge lid 3, alsmede de terugnemingen, worden afzonderlijk in de winst- en verliesrekening of in de toelichting opgenomen.

5. De tweede zin van lid 4 geldt niet voor afboekingen van goodwill.

Uitleg in duidelijke taal

1. Waardeverminderingen van activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Dit betekent dat afnames in de waarde van bezittingen (activa) altijd moeten worden verwerkt (in aanmerking genomen), los van (onafhankelijk van) de winst of het verlies (resultaat) van het betreffende boekjaar.

2. Vlottende activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde, indien deze op de balansdatum lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De waardering geschiedt tegen een andere lagere waarde, indien het in artikel 362 lid 1 bedoelde inzicht daardoor wordt gediend.

Dit houdt in dat bezittingen die naar verwachting binnen een jaar in geld worden omgezet of worden verbruikt (vlottende activa), moeten worden gewaardeerd tegen hun huidige marktwaarde (actuele waarde) als deze waarde op de datum van de balans (balansdatum) lager is dan de prijs waarvoor ze zijn gekocht (verkrijgingsprijs) of gemaakt (vervaardigingsprijs). Een waardering tegen een nóg lagere waarde is toegestaan als dit beter bijdraagt aan het geven van het inzicht zoals vereist in artikel 362 lid 1 (het getrouwe beeld van de jaarrekening).

3. Bij de waardering van de vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Bij de waardering van de financiële vaste activa mag in ieder geval met op de balansdatum opgetreden waardevermindering rekening worden gehouden.

Dit betekent dat bij het bepalen van de waarde van bezittingen die voor langere tijd binnen de onderneming worden gebruikt (vaste activa), rekening moet worden gehouden met een waardedaling als verwacht wordt dat deze waardedaling blijvend (duurzaam) is. Voor financiële bezittingen die voor langere tijd worden aangehouden (financiële vaste activa), mag men altijd rekening houden met een waardedaling die op de balansdatum is geconstateerd.

4. De afboeking overeenkomstig de voorgaande leden wordt, voor zover zij niet krachtens artikel 390 lid 3 aan de herwaarderingsreserve wordt onttrokken, ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. De afboeking wordt ongedaan gemaakt, zodra de waardevermindering heeft opgehouden te bestaan. De afboekingen ingevolge lid 3, alsmede de terugnemingen, worden afzonderlijk in de winst- en verliesrekening of in de toelichting opgenomen.

Dit lid stelt dat de waardevermindering (afboeking) die volgens de vorige leden is vastgesteld, ten koste van de winst- en verliesrekening moet worden gebracht, tenzij deze volgens artikel 390 lid 3 mag worden afgeboekt van de herwaarderingsreserve. Als de reden voor de waardevermindering niet meer bestaat, moet de afboeking worden teruggedraaid. De afboekingen op vaste activa (volgens lid 3) en de eventuele terugnemingen daarvan, moeten apart worden vermeld in de winst- en verliesrekening of in de toelichting bij de jaarrekening.

5. De tweede zin van lid 4 geldt niet voor afboekingen van goodwill.

Dit betekent dat de regel uit de tweede zin van lid 4 (namelijk dat een afboeking ongedaan gemaakt wordt zodra de waardevermindering heeft opgehouden te bestaan) niet van toepassing is op afboekingen die gedaan zijn op goodwill (de meerwaarde van een onderneming boven de som van de identificeerbare activa).