Burgerlijk Wetboek Boek 2

1. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar.

Dit lid betekent dat de afschrijvingen plaatsvinden ongeacht het resultaat (winst of verlies) van het boekjaar.

2. De methoden volgens welke de afschrijvingen zijn berekend, worden in de toelichting uiteengezet.

Dit lid stelt dat de methoden die zijn gebruikt om de afschrijvingen te berekenen, in de toelichting moeten worden uitgelegd (uiteengezet).

3. De geactiveerde kosten in verband met de oprichting en met de uitgifte van aandelen worden afgeschreven in ten hoogste vijf jaren. De kosten van ontwikkeling voor zover geactiveerd en de geactiveerde kosten van goodwill worden afgeschreven naar gelang van de verwachte gebruiksduur. In uitzonderlijke gevallen waarin de gebruiksduur van kosten van ontwikkeling en goodwill niet op betrouwbare wijze kan worden geschat, worden deze kosten afgeschreven in een periode van ten hoogste tien jaren. In dergelijke gevallen worden in de toelichting de redenen voor de afschrijvingsduur van de kosten van goodwill vermeld.

Dit lid bepaalt het volgende:

• De als activa opgenomen (geactiveerde) kosten die verband houden met de oprichting en met de uitgifte van aandelen, moeten worden afgeschreven in maximaal (ten hoogste) vijf jaren.
• De kosten van ontwikkeling, voor zover deze geactiveerd zijn, en de geactiveerde kosten van goodwill, worden afgeschreven op basis van (naar gelang van) de verwachte gebruiksduur.
• In uitzonderlijke gevallen, wanneer de gebruiksduur van kosten van ontwikkeling en goodwill niet betrouwbaar (op betrouwbare wijze) kan worden geschat, worden deze kosten afgeschreven in een periode van maximaal (ten hoogste) tien jaren.
• In zulke (dergelijke) gevallen moeten in de toelichting de redenen voor de afschrijvingsduur van de kosten van goodwill worden vermeld.

4. Op vaste activa met beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat op de verwachte toekomstige gebruiksduur is afgestemd.

Dit lid schrijft voor dat op vaste activa die een beperkte gebruiksduur hebben, jaarlijks moet worden afgeschreven. Dit dient te gebeuren volgens een stelsel dat is aangepast aan (afgestemd op) de verwachte toekomstige gebruiksduur.

5. Op het overeenkomstig artikel 375 lid 5 geactiveerde deel van een schuld wordt tot de aflossing jaarlijks een redelijk deel afgeschreven.

Dit lid regelt dat op het deel van een schuld dat overeenkomstig artikel 375 lid 5 op de balans is gezet (geactiveerd), jaarlijks een redelijk deel moet worden afgeschreven tot het moment dat de schuld is afgelost (tot de aflossing).