Terug naar bibliotheek
Boek 2. Rechtspersonen
Titel 9. De jaarrekening en het bestuursverslag
Afdeling 2. Algemene bepalingen omtrent de jaarrekening
Artikel 361

Artikel 361 (Definitie en toepassing jaarrekening)

Laatste versie

1. Onder jaarrekening wordt verstaan: de enkelvoudige jaarrekening die bestaat uit de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting, en de geconsolideerde jaarrekening indien de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening opstelt.

2. Coöperaties en de in artikel 360 lid 3 bedoelde stichtingen en verenigingen vervangen de winst- en verliesrekening door een exploitatierekening, indien het in artikel 362 lid 1 bedoelde inzicht daardoor wordt gediend; op deze rekening zijn de bepalingen omtrent de winst- en verliesrekening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Bepalingen omtrent winst en verlies zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op het exploitatiesaldo.

3. De bepalingen van deze titel gelden voor jaarrekeningen en hun onderdelen, zowel in de vorm waarin zij door het bestuur zijn opgemaakt als in de vorm waarin zij door het bevoegde orgaan van de rechtspersoon zijn vastgesteld.

4. Bij de toepassing van de artikelen 367, 370 lid 1, 375, 376, 377 lid 5 en 381 moeten overeenkomstige vermeldingen als met betrekking tot groepsmaatschappijen worden opgenomen met betrekking tot andere maatschappijen:

a. die op voet van de leden 1, 3 en 4 van artikel 24a rechten in de rechtspersoon kunnen uitoefenen, ongeacht of zij rechtspersoonlijkheid hebben, of b. die dochtermaatschappij zijn van de rechtspersoon, van een groepsmaatschappij of van een maatschappij als bedoeld in onderdeel a.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onder jaarrekening wordt verstaan: de enkelvoudige jaarrekening die bestaat uit de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting, en de geconsolideerde jaarrekening indien de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening opstelt.

Dit betekent dat onder het begrip 'jaarrekening' het volgende wordt verstaan: de enkelvoudige jaarrekening, welke is samengesteld uit de balans en de winst- en verliesrekening, inclusief de daarbij behorende toelichting. Daarnaast omvat het begrip 'jaarrekening' ook de geconsolideerde jaarrekening, in het geval dat de rechtspersoon een dergelijke geconsolideerde jaarrekening opmaakt.

2. Coöperaties en de in artikel 360 lid 3 bedoelde stichtingen en verenigingen vervangen de winst- en verliesrekening door een exploitatierekening, indien het in artikel 362 lid 1 bedoelde inzicht daardoor wordt gediend; op deze rekening zijn de bepalingen omtrent de winst- en verliesrekening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Bepalingen omtrent winst en verlies zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op het exploitatiesaldo.

Dit houdt in dat coöperaties, evenals de stichtingen en verenigingen die specifiek worden genoemd in artikel 360 lid 3, de winst- en verliesrekening moeten vervangen door een exploitatierekening. Deze vervanging is vereist indien dit het verkrijgen van het inzicht, zoals omschreven in artikel 362 lid 1, ten goede komt. De regels die gelden voor de winst- en verliesrekening zijn, voor zover dat mogelijk is, op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) geldig voor deze exploitatierekening. Op eenzelfde wijze zijn de bepalingen die betrekking hebben op winst en verlies, voor zover mogelijk, van overeenkomstige toepassing op het exploitatiesaldo.

3. De bepalingen van deze titel gelden voor jaarrekeningen en hun onderdelen, zowel in de vorm waarin zij door het bestuur zijn opgemaakt als in de vorm waarin zij door het bevoegde orgaan van de rechtspersoon zijn vastgesteld.

Dit betekent dat de regels die in deze titel zijn vastgelegd, van toepassing zijn op jaarrekeningen en alle onderdelen waaruit deze bestaan. Dit geldt voor de jaarrekening in de vorm waarin deze door het bestuur is opgesteld, alsook voor de jaarrekening in de vorm waarin deze officieel is goedgekeurd (vastgesteld) door het orgaan binnen de rechtspersoon dat daartoe de bevoegdheid heeft.

4. Bij de toepassing van de artikelen 367, 370 lid 1, 375, 376, 377 lid 5 en 381 moeten overeenkomstige vermeldingen als met betrekking tot groepsmaatschappijen worden opgenomen met betrekking tot andere maatschappijen:

Dit betekent dat wanneer de artikelen 367, 370 lid 1, 375, 376, 377 lid 5 en 381 worden toegepast, er voor andere maatschappijen vergelijkbare (overeenkomstige) vermeldingen moeten worden opgenomen, net zoals dit gebeurt voor groepsmaatschappijen. Dit betreft de volgende maatschappijen:

a. die op voet van de leden 1, 3 en 4 van artikel 24a rechten in de rechtspersoon kunnen uitoefenen, ongeacht of zij rechtspersoonlijkheid hebben, of

Dit betreft maatschappijen die, op basis van (op voet van) de leden 1, 3 en 4 van artikel 24a, bevoegd zijn om rechten uit te oefenen binnen de rechtspersoon. Dit geldt onafhankelijk van de vraag of deze maatschappijen zelf rechtspersoonlijkheid bezitten, of

b. die dochtermaatschappij zijn van de rechtspersoon, van een groepsmaatschappij of van een maatschappij als bedoeld in onderdeel a.

Dit betreft maatschappijen die een dochtermaatschappij zijn van de desbetreffende rechtspersoon, of een dochtermaatschappij zijn van een groepsmaatschappij, of een dochtermaatschappij zijn van een maatschappij zoals omschreven in onderdeel a van dit lid.