Artikel 355 (Voorzieningen Ondernemingskamer na wanbeleid)
1. Indien uit het verslag van wanbeleid is gebleken, kan de ondernemingskamer op verzoek van de oorspronkelijke verzoekers en, indien het verslag voor hen ter inzage ligt, op verzoek van anderen die aan de in artikel 346 of 347 van dit Boek gestelde vereisten voldoen, of op verzoek van de advocaat-generaal, ingesteld om redenen van openbaar belang, een of meer van de in het volgende artikel genoemde voorzieningen treffen, welke zij op grond van de uitkomst van het onderzoek geboden acht.
2. Het verzoek moet worden gedaan binnen twee maanden na nederlegging van het verslag ter griffie.
3. De artikelen 348 en 349a zijn van overeenkomstige toepassing.
4. In het geval, bedoeld in artikel 348, neemt de ondernemingskamer geen beslissing, alvorens de in dat artikel genoemde, op de rechtspersoon toezichthoudende instelling in de gelegenheid te hebben gesteld over het verzoek te worden gehoord.
5. De ondernemingskamer kan haar beslissing voor een door haar te bepalen termijn aanhouden, indien de rechtspersoon op zich neemt, bepaalde maatregelen te treffen die een einde maken aan het wanbeleid of die de gevolgen welke daaruit zijn voortgevloeid, zoveel mogelijk ongedaan maken of beperken.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien uit het verslag van wanbeleid is gebleken, kan de ondernemingskamer op verzoek van de oorspronkelijke verzoekers en, indien het verslag voor hen ter inzage ligt, op verzoek van anderen die aan de in artikel 346 of 347 van dit Boek gestelde vereisten voldoen, of op verzoek van de advocaat-generaal, ingesteld om redenen van openbaar belang, een of meer van de in het volgende artikel genoemde voorzieningen treffen, welke zij op grond van de uitkomst van het onderzoek geboden acht.
verslag
is gebleken dat er sprake is van wanbeleid
, de ondernemingskamer
bepaalde voorzieningen
kan treffen
. Dit kan gebeuren op verzoek
van:
- de
oorspronkelijke verzoekers
(degenen die de enquêteprocedure zijn gestart); - anderen die voldoen aan de vereisten zoals gesteld in
artikel 346 of 347
van dit Boek, op voorwaarde dat hetverslag
voor henter inzage ligt
; - of de
advocaat-generaal
, indien hetverzoek
isingesteld om redenen van openbaar belang
. Deondernemingskamer
zal dievoorzieningen treffen
die genoemd worden in het volgende artikel en die zij, op basis van deuitkomst van het onderzoek
, passend (geboden acht
).
2. Het verzoek moet worden gedaan binnen twee maanden na nederlegging van het verslag ter griffie.
Dit lid stelt dat het verzoek
om voorzieningen te treffen moet worden ingediend binnen een termijn van twee maanden
. Deze termijn begint te lopen vanaf het moment dat het verslag
(waaruit het wanbeleid blijkt) officieel is gedeponeerd (nederlegging
) bij de griffie
van de Ondernemingskamer.
3. De artikelen 348 en 349a zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit lid geeft aan dat de bepalingen uit artikel 348
en artikel 349a
van dit Boek op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing
) gelden voor de procedure die in dit artikel wordt beschreven.
4. In het geval, bedoeld in artikel 348, neemt de ondernemingskamer geen beslissing, alvorens de in dat artikel genoemde, op de rechtspersoon toezichthoudende instelling in de gelegenheid te hebben gesteld over het verzoek te worden gehoord.
Dit lid preciseert dat, in de situatie zoals omschreven in artikel 348
(waarnaar lid 3 verwijst), de ondernemingskamer
pas een beslissing
neemt nadat (alvorens
) de instelling die toezicht houdt op de rechtspersoon
(en die in artikel 348
wordt genoemd) de gelegenheid
heeft gekregen om haar zienswijze (te worden gehoord
) te geven over het verzoek
tot het treffen van voorzieningen.
5. De ondernemingskamer kan haar beslissing voor een door haar te bepalen termijn aanhouden, indien de rechtspersoon op zich neemt, bepaalde maatregelen te treffen die een einde maken aan het wanbeleid of die de gevolgen welke daaruit zijn voortgevloeid, zoveel mogelijk ongedaan maken of beperken.
Dit lid geeft de ondernemingskamer
de bevoegdheid om haar beslissing
over het treffen van voorzieningen uit te stellen (aanhouden
) voor een periode die zij zelf bepaalt. Dit is mogelijk als de betreffende rechtspersoon
toezegt (op zich neemt
) zelf bepaalde maatregelen te treffen
. Het doel van deze maatregelen
moet zijn om het wanbeleid
te beëindigen (een einde maken aan
) of om de gevolgen
die uit het wanbeleid
zijn voortgevloeid
, zoveel mogelijk te herstellen of te verminderen (ongedaan maken of beperken
).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:797
ECLI:NL:HR:2020:600 - Rechtspersoon mag inzage in vertrouwelijke juridische adviezen weigeren tijdens enquête
Een rechtspersoon in een enquêteprocedure heeft geen afgeleid verschoningsrecht, maar wel een gerechtvaardigd belang om inzage in vertrouwelijke communicatie met een advocaat of notaris te weigeren. Dit recht geldt ook als de informatie in notulen of bestuursbesluiten is opgenomen.
ECLI:NL:HR:2005:AS5010
ECLI:NL:HR:1990:AC1234
ECLI:NL:HR:2019:1279 - Schending hoor en wederhoor en de grenzen van de herstelprocedure
Een niet-verschenen belanghebbende is ontvankelijk in cassatie als hij door een gebrekkige oproeping niet is verschenen. De rechter mag een niet-kennelijke fout niet herstellen via de herstelprocedure van art. 31 Rv en moet bij wijziging van het verzoek of bij de herstelprocedure het beginsel van hoor en wederhoor respecteren.