Terug naar bibliotheek
Boek 2. Rechtspersonen
Titel 8. Geschillenregeling en het recht van enquête
Afdeling 2. Het recht van enquête
Artikel 354

Artikel 354 (Kostenverhaal enquêteprocedure na verslag)

Laatste versie

De ondernemingskamer kan na kennisneming van het verslag op verzoek van de rechtspersoon beslissen, dat deze de kosten van het onderzoek geheel of gedeeltelijk kan verhalen op de verzoekers, indien uit het verslag blijkt dat het verzoek niet op redelijke grond is gedaan, dan wel op een bestuurder, een commissaris of een ander die in dienst van de rechtspersoon is, indien uit het verslag blijkt dat deze verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of een onbevredigende gang van zaken van de rechtspersoon. De laatste zin van het tweede lid van artikel 350 van dit Boek is van toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

De ondernemingskamer kan na kennisneming van het verslag op verzoek van de rechtspersoon beslissen, dat deze de kosten van het onderzoek geheel of gedeeltelijk kan verhalen op de verzoekers, indien uit het verslag blijkt dat het verzoek niet op redelijke grond is gedaan, dan wel op een bestuurder, een commissaris of een ander die in dienst van de rechtspersoon is, indien uit het verslag blijkt dat deze verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of een onbevredigende gang van zaken van de rechtspersoon. De laatste zin van het tweede lid van artikel 350 van dit Boek is van toepassing.

Dit artikel bepaalt dat de ondernemingskamer, nadat zij kennis heeft genomen van het onderzoeksverslag, op verzoek van de rechtspersoon een beslissing kan nemen. Deze beslissing kan inhouden dat de rechtspersoon de kosten van het onderzoek geheel of gedeeltelijk mag verhalen. Dit verhalen kan ten eerste op degenen die het onderzoek hebben verzocht (de verzoekers), indien uit het verslag blijkt dat hun verzoek niet op redelijke gronden was gebaseerd. Ten tweede kan de rechtspersoon de kosten verhalen op een bestuurder, een commissaris, of een andere persoon die in dienst is van de rechtspersoon. Dit is mogelijk indien uit het verslag blijkt dat deze persoon verantwoordelijk is voor een onjuist beleid of een onbevredigende gang van zaken binnen de rechtspersoon. Tot slot verklaart dit artikel dat de laatste zin van het tweede lid van artikel 350 van dit Boek hierop van toepassing is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2607 - Meavita: Nietige beschikking door defungeren rechter en verhaal van enquêtekosten

ECLI:NL:HR:2016:260718 november 2016Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een beschikking is nietig als een rechter is gedefungeerd vóór de vaststelling van de tekst. Op grond van een redelijke wetstoepassing kan ook een verzoeker (niet-rechtspersoon) die enquêtekosten betaalde, deze verhalen. Voor kostenverhaal op bestuurders is een individuele, concrete beoordeling van persoonlijke verwijtbaarheid vereist.

Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:797

ECLI:NL:HR:2014:7974 april 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1997:AG7240

ECLI:NL:HR:1997:AG72404 juni 1997Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:597

ECLI:NL:HR:2018:59713 april 2018Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:799

ECLI:NL:HR:2014:7994 april 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1999:AD3051

ECLI:NL:HR:1999:AD305119 mei 1999Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:AD2594

ECLI:NL:HR:1996:AD259416 augustus 1996Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:804

ECLI:NL:HR:2014:8044 april 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:808

ECLI:NL:HR:2014:8084 april 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2002:AE7940

ECLI:NL:HR:2002:AE794013 september 2002Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht