Burgerlijk Wetboek Boek 2

1. Een door het bestuur aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393 moet het voorstel tot fusie onderzoeken en moet verklaren of de voorgestelde ruilverhouding van de aandelen, mede gelet op de bijgevoegde stukken, naar zijn oordeel redelijk is. Hij moet tevens verklaren, indien de verkrijgende vennootschap een naamloze vennootschap is, dat de som van de eigen vermogens van de verdwijnende vennootschappen, elk bepaald naar de dag waarop haar jaarrekening of tussentijdse vermogensopstelling betrekking heeft, bij toepassing van in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar beschouwde waarderingsmethoden ten minste overeen kwam met het nominaal gestorte bedrag op de gezamenlijke aandelen die hun aandeelhouders ingevolge de fusie verkrijgen, vermeerderd met betalingen waarop zij krachtens de ruilverhouding recht hebben en vermeerderd met het totaal bedrag van de schadeloosstelling waarop aandeelhouders op grond van artikel 330a recht kunnen doen gelden.

Dit lid stelt dat een accountant, die door het bestuur is aangewezen zoals omschreven in artikel 393, de plicht heeft om het voorstel tot fusie te onderzoeken. Deze accountant moet een verklaring afgeven waarin hij oordeelt of de voorgestelde ruilverhouding van de aandelen redelijk is, mede op basis van de bijgevoegde documenten. Als de vennootschap die de andere vennootschappen overneemt (de verkrijgende vennootschap) een naamloze vennootschap is, moet de accountant bovendien verklaren dat het totale eigen vermogen van de vennootschappen die ophouden te bestaan (de verdwijnende vennootschappen) aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dit eigen vermogen, vastgesteld op de datum van hun jaarrekening of tussentijdse vermogensopstelling en gewaardeerd volgens methoden die in het maatschappelijk verkeer als acceptabel worden beschouwd, moet minstens gelijk zijn aan het nominale bedrag dat gestort is op de aandelen die de aandeelhouders door de fusie ontvangen. Dit bedrag wordt verhoogd met eventuele betalingen waar zij volgens de ruilverhouding recht op hebben, en ook verhoogd met het totale bedrag van de schadeloosstelling die aandeelhouders kunnen eisen op basis van artikel 330a.

2. De accountant moet tevens een verslag opstellen, waarin hij zijn oordeel geeft over de mededelingen, bedoeld in artikel 327.

Dit betekent dat de accountant ook een verslag moet maken. In dit verslag geeft de accountant zijn mening (oordeel) over de mededelingen die genoemd worden in artikel 327.

3. Indien twee of meer van de fuserende vennootschappen naamloze vennootschappen zijn, wordt slechts de zelfde persoon als accountant aangewezen, indien de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam de aanwijzing op hun eenparige verzoek heeft goedgekeurd.

Dit lid bepaalt dat als er twee of meer naamloze vennootschappen betrokken zijn bij de fusie, er alleen dezelfde persoon als accountant mag worden aangewezen als de voorzitter van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam hiervoor goedkeuring heeft gegeven. Deze goedkeuring moet zijn verleend op basis van een unaniem verzoek van de betrokken vennootschappen.

4. De accountants zijn bij alle fuserende vennootschappen gelijkelijk tot onderzoek bevoegd.

Dit betekent dat de accountants bij alle vennootschappen die fuseren, dezelfde bevoegdheid hebben om onderzoek te doen.

5. Op de verklaring van de accountant is artikel 314 van overeenkomstige toepassing en op zijn verslag de leden 2 en 3 van artikel 314.

Dit lid stelt dat artikel 314 op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) geldt voor de verklaring van de accountant. Voor het verslag van de accountant zijn de leden 2 en 3 van artikel 314 van overeenkomstige toepassing.

6. De eerste volzin van lid 1 en lid 2 blijven buiten toepassing indien de aandeelhouders van de fuserende vennootschappen daarmee instemmen.

Dit betekent dat de eerste zin van lid 1 (over het onderzoek naar het fusievoorstel en de redelijkheid van de ruilverhouding) en lid 2 (over het opstellen van een verslag betreffende de mededelingen van artikel 327) niet van toepassing zijn als de aandeelhouders van de fuserende vennootschappen hiermee akkoord gaan.