Terug naar bibliotheek
Boek 2. Rechtspersonen
Titel 1. Algemene bepalingen
Artikel 23

Artikel 23 (Vereffenaars rechtspersoon na ontbinding)

Laatste versie

1. Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd en de statuten geen andere vereffenaars aanwijzen, worden de bestuurders vereffenaars van het vermogen van een ontbonden rechtspersoon. Op vereffenaars die niet door de rechter worden benoemd, zijn de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing, het ontslag en het toezicht op bestuurders van toepassing, voor zover de statuten niet anders bepalen. Het vermogen van een door de rechter ontbonden rechtspersoon wordt vereffend door een of meer door hem te benoemen vereffenaars.

2. Ontslaat de rechter een vereffenaar, dan kan hij een of meer andere benoemen. Ontbreken vereffenaars, dan benoemt de rechtbank een of meer vereffenaars op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie. De vereffenaar die door de rechter is benoemd, heeft recht op de beloning welke deze hem toekent.

3. Een benoeming tot vereffenaar door de rechter gaat in daags nadat de griffier de benoeming aan de vereffenaar heeft meegedeeld; de griffier doet de mededeling terstond, indien de beslissing die de benoeming inhoudt, bij voorraad uitvoerbaar is en anders, zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan.

4. Iedere vereffenaar doet aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven, opgaaf van zijn optreden als zodanig en van de gegevens over zichzelf die van een bestuurder worden verlangd.

5. De rechtbank kan een vereffenaar met ingang van een door haar bepaalde dag ontslaan, het zij op diens verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen op verzoek van een medevereffenaar, het openbaar ministerie of ambtshalve.

6. De ontslagen vereffenaar legt rekening en verantwoording af aan degenen die de vereffening voortzetten. Is de opvolger door de rechter benoemd, dan geschiedt de rekening en verantwoording ten overstaan van de rechter.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd en de statuten geen andere vereffenaars aanwijzen, worden de bestuurders vereffenaars van het vermogen van een ontbonden rechtspersoon. Op vereffenaars die niet door de rechter worden benoemd, zijn de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing, het ontslag en het toezicht op bestuurders van toepassing, voor zover de statuten niet anders bepalen. Het vermogen van een door de rechter ontbonden rechtspersoon wordt vereffend door een of meer door hem te benoemen vereffenaars.

Dit lid bepaalt dat, indien de rechter geen specifieke vereffenaars heeft aangesteld en de statuten van de rechtspersoon evenmin andere vereffenaars aanwijzen, de zittende bestuurders automatisch de rol van vereffenaars op zich nemen voor het afwikkelen van het vermogen van de ontbonden rechtspersoon. Voor vereffenaars die niet door de rechter zijn benoemd, gelden dezelfde regels als voor bestuurders wat betreft hun benoeming, schorsing, ontslag en het toezicht op hen, tenzij de statuten hierover afwijkende bepalingen bevatten. Als een rechtspersoon door een rechterlijke uitspraak is ontbonden, dan wordt het vermogen vereffend door één of meerdere vereffenaars die door diezelfde rechter worden aangewezen.

2. Ontslaat de rechter een vereffenaar, dan kan hij een of meer andere benoemen. Ontbreken vereffenaars, dan benoemt de rechtbank een of meer vereffenaars op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie. De vereffenaar die door de rechter is benoemd, heeft recht op de beloning welke deze hem toekent.

Dit lid stelt dat als de rechter een vereffenaar ontslaat, de rechter de bevoegdheid heeft om één of meerdere nieuwe vereffenaars aan te stellen. Mochten er geen vereffenaars zijn, dan zal de rechtbank één of meerdere vereffenaars benoemen. Dit gebeurt op verzoek van een persoon of instantie die daarbij een direct belang heeft (een belanghebbende) of op verzoek van het openbaar ministerie. Een vereffenaar die door de rechter is benoemd, heeft recht op een vergoeding (beloning) waarvan de hoogte door de rechter wordt vastgesteld.

3. Een benoeming tot vereffenaar door de rechter gaat in daags nadat de griffier de benoeming aan de vereffenaar heeft meegedeeld; de griffier doet de mededeling terstond, indien de beslissing die de benoeming inhoudt, bij voorraad uitvoerbaar is en anders, zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan.

Dit lid regelt de ingangsdatum van een benoeming tot vereffenaar door de rechter. Deze benoeming wordt effectief op de dag nadat de griffier (de administratief medewerker van de rechtbank) de benoemde vereffenaar officieel op de hoogte heeft gesteld van zijn benoeming. De griffier moet deze mededeling onmiddellijk (terstond) doen als de rechterlijke beslissing tot benoeming direct uitvoerbaar is (bij voorraad uitvoerbaar). Als de beslissing niet direct uitvoerbaar is, doet de griffier de mededeling zodra de beslissing definitief en onherroepelijk is geworden (in kracht van gewijsde is gegaan).

4. Iedere vereffenaar doet aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven, opgaaf van zijn optreden als zodanig en van de gegevens over zichzelf die van een bestuurder worden verlangd.

Dit lid verplicht iedere vereffenaar om de registers waarin de rechtspersoon staat ingeschreven (zoals het Handelsregister) te informeren over zijn aanstelling als vereffenaar. Tevens moet hij dezelfde persoonlijke gegevens verstrekken die ook van een bestuurder worden gevraagd.

5. De rechtbank kan een vereffenaar met ingang van een door haar bepaalde dag ontslaan, het zij op diens verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen op verzoek van een medevereffenaar, het openbaar ministerie of ambtshalve.

Dit lid geeft de rechtbank de bevoegdheid om een vereffenaar te ontslaan. Dit ontslag gaat in op een door de rechtbank vastgestelde datum. Ontslag kan plaatsvinden op eigen verzoek van de vereffenaar, of vanwege zwaarwegende (gewichtige) redenen. Een verzoek om ontslag wegens gewichtige redenen kan worden ingediend door een andere vereffenaar (medevereffenaar), het openbaar ministerie, of de rechtbank kan dit uit eigen beweging (ambtshalve) besluiten.

6. De ontslagen vereffenaar legt rekening en verantwoording af aan degenen die de vereffening voortzetten. Is de opvolger door de rechter benoemd, dan geschiedt de rekening en verantwoording ten overstaan van de rechter.

Dit lid bepaalt dat een vereffenaar die is ontslagen, verplicht is om rekening en verantwoording af te leggen over zijn werkzaamheden. Dit doet hij aan de persoon of personen die de vereffening na hem zullen voortzetten. Als de opvolgende vereffenaar door de rechter is benoemd, dan moet de ontslagen vereffenaar rekening en verantwoording afleggen in aanwezigheid van de rechter (ten overstaan van de rechter).