Terug naar bibliotheek
Boek 2. Rechtspersonen
Titel 1. Algemene bepalingen
Artikel 18

Artikel 18 (Omzetting rechtspersoon andere rechtsvorm)

Laatste versie

1. Een rechtspersoon kan zich met inachtneming van de volgende leden omzetten in een andere rechtsvorm.

2. Voor omzetting zijn vereist:

a. een besluit tot omzetting, genomen met inachtneming van de vereisten voor een besluit tot statutenwijziging en, tenzij een stichting zich omzet, genomen met de stemmen van ten minste negen tienden van de uitgebrachte stemmen; b. een besluit tot wijziging van de statuten; c. een notariële akte van omzetting die de nieuwe statuten bevat.

3. De in het vorige lid onder a genoemde meerderheid is niet vereist voor een omzetting van een naamloze vennootschap in een besloten vennootschap of omgekeerd.

4. Voor de omzetting van of in een stichting en van een naamloze of besloten vennootschap in een vereniging is bovendien rechterlijke machtiging vereist.

5. Slechts de rechtspersoon kan machtiging tot omzetting verzoeken aan de rechtbank, onder overlegging van een notarieel ontwerp van de akte. Zij wordt in elk geval geweigerd, indien een vereist besluit nietig is of indien een rechtsvordering tot vernietiging daarvan aanhangig is. Zij wordt geweigerd, indien de belangen van stemgerechtigden die niet hebben ingestemd of van anderen van wie ten minste iemand zich tot de rechter heeft gewend, onvoldoende zijn ontzien. Indien voor de omzetting machtiging van de rechter is vereist, verklaart de notaris in de akte van omzetting dat de machtiging op het ontwerp van de akte is verleend.

6. Na omzetting van een stichting moet uit de statuten blijken dat het vermogen dat zij bij de omzetting heeft en de vruchten daarvan slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de omzetting was voorgeschreven. Hetzelfde geldt voor de statuten van een rechtspersoon voor zover dit vermogen en deze vruchten daarop krachtens fusie of splitsing zijn overgegaan.

7. De rechtspersoon doet opgave van de omzetting ter inschrijving in de registers waarin hij moet zijn en moet worden ingeschreven dan wel als vereniging vrijwillig is ingeschreven.

8. Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een rechtspersoon kan zich met inachtneming van de volgende leden omzetten in een andere rechtsvorm.

Dit lid stelt dat een rechtspersoon de mogelijkheid heeft om zijn rechtsvorm te wijzigen (zich omzetten) naar een andere rechtsvorm, mits daarbij de bepalingen van de hiernavolgende leden van dit artikel in acht worden genomen.

2. Voor omzetting zijn vereist:

Dit lid geeft aan welke voorwaarden (vereisten) vervuld moeten zijn om een rechtspersoon te kunnen omzetten.

a. een besluit tot omzetting, genomen met inachtneming van de vereisten voor een besluit tot statutenwijziging en, tenzij een stichting zich omzet, genomen met de stemmen van ten minste negen tienden van de uitgebrachte stemmen;

Dit subonderdeel preciseert dat er een besluit tot omzetting nodig is. Dit besluit moet worden genomen met inachtneming van dezelfde vereisten die gelden voor een besluit tot wijziging van de statuten. Bovendien, tenzij het een stichting betreft die zich omzet, moet dit besluit genomen zijn met een meerderheid van ten minste negen tienden van de stemmen die zijn uitgebracht.

b. een besluit tot wijziging van de statuten;

Dit subonderdeel stelt dat er tevens een afzonderlijk besluit vereist is om de statuten van de rechtspersoon te wijzigen, passend bij de nieuwe rechtsvorm.

c. een notariële akte van omzetting die de nieuwe statuten bevat.

Dit subonderdeel vereist dat de omzetting wordt vastgelegd in een notariële akte. Deze akte van omzetting moet de nieuwe statuten van de rechtspersoon in zijn nieuwe rechtsvorm bevatten.

3. De in het vorige lid onder a genoemde meerderheid is niet vereist voor een omzetting van een naamloze vennootschap in een besloten vennootschap of omgekeerd.

Dit lid bepaalt dat de specifieke stemmeerderheid van ten minste negen tienden, zoals genoemd in het vorige lid onder a (verwijzend naar lid 2, subonderdeel a van dit artikel), niet van toepassing is (niet vereist is) wanneer een naamloze vennootschap (NV) wordt omgezet in een besloten vennootschap (BV), of wanneer een BV wordt omgezet in een NV.

4. Voor de omzetting van of in een stichting en van een naamloze of besloten vennootschap in een vereniging is bovendien rechterlijke machtiging vereist.

Dit lid voegt een extra vereiste toe: rechterlijke machtiging is nodig (vereist) in de volgende gevallen van omzetting:

  • bij de omzetting van een stichting naar een andere rechtsvorm;
  • bij de omzetting in een stichting vanuit een andere rechtsvorm;
  • bij de omzetting van een naamloze vennootschap (NV) of een besloten vennootschap (BV) in een vereniging.

5. Slechts de rechtspersoon kan machtiging tot omzetting verzoeken aan de rechtbank, onder overlegging van een notarieel ontwerp van de akte. Zij wordt in elk geval geweigerd, indien een vereist besluit nietig is of indien een rechtsvordering tot vernietiging daarvan aanhangig is. Zij wordt geweigerd, indien de belangen van stemgerechtigden die niet hebben ingestemd of van anderen van wie ten minste iemand zich tot de rechter heeft gewend, onvoldoende zijn ontzien. Indien voor de omzetting machtiging van de rechter is vereist, verklaart de notaris in de akte van omzetting dat de machtiging op het ontwerp van de akte is verleend.

Dit lid regelt de procedure voor het verkrijgen van rechterlijke machtiging:

  • Alleen de rechtspersoon zelf heeft de bevoegdheid om een verzoek tot machtiging voor de omzetting in te dienen bij de rechtbank. Bij dit verzoek moet een notarieel ontwerp van de akte van omzetting worden overgelegd.
  • De rechtbank zal de machtiging in ieder geval weigeren als een van de besluiten die voor de omzetting vereist zijn, nietig is (juridisch ongeldig van aanvang af). De machtiging wordt ook geweigerd als er een rechtsvordering (gerechtelijke procedure) loopt die gericht is op de vernietiging van zo'n vereist besluit.
  • De machtiging wordt eveneens geweigerd als de belangen van stemgerechtigden die niet met de omzetting hebben ingestemd, of de belangen van andere personen van wie ten minste één persoon zich tot de rechter heeft gericht, onvoldoende in acht zijn genomen (ontzien).
  • Als rechterlijke machtiging vereist is voor de omzetting, dan moet de notaris in de uiteindelijke akte van omzetting verklaren dat de rechterlijke machtiging is verleend op basis van het eerder overgelegde ontwerp van de akte.

6. Na omzetting van een stichting moet uit de statuten blijken dat het vermogen dat zij bij de omzetting heeft en de vruchten daarvan slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de omzetting was voorgeschreven. Hetzelfde geldt voor de statuten van een rechtspersoon voor zover dit vermogen en deze vruchten daarop krachtens fusie of splitsing zijn overgegaan.

Dit lid stelt specifieke eisen aan de statuten na de omzetting van een stichting:

  • De statuten van de omgezette stichting moeten expliciet vermelden dat het vermogen dat de stichting bezat op het moment van omzetting, alsmede de opbrengsten (vruchten) van dat vermogen, alleen met toestemming van de rechter mogen worden besteed op een andere wijze dan oorspronkelijk was voorgeschreven vóór de omzetting.
  • Deze zelfde regel is van toepassing op de statuten van een andere rechtspersoon, indien het vermogen en de vruchten van een (voormalige) stichting door middel van een fusie of splitsing op die andere rechtspersoon zijn overgegaan.

7. De rechtspersoon doet opgave van de omzetting ter inschrijving in de registers waarin hij moet zijn en moet worden ingeschreven dan wel als vereniging vrijwillig is ingeschreven.

Dit lid legt de rechtspersoon een verplichting op om de voltooide omzetting bekend te maken. De rechtspersoon moet de omzetting aangeven (opgave doen) zodat deze kan worden ingeschreven in de openbare registers waarin de rechtspersoon verplicht ingeschreven moet zijn, zowel in zijn oude als in zijn nieuwe rechtsvorm. Dit geldt ook als het een vereniging betreft die, hoewel niet verplicht, vrijwillig in een register is ingeschreven.

8. Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.

Dit lid stelt een belangrijk rechtsgevolg van de omzetting vast: de omzetting leidt niet tot het einde van het bestaan van de rechtspersoon. De rechtspersoon blijft dus bestaan, zij het in een andere rechtsvorm, met behoud van zijn identiteit.