Burgerlijk Wetboek Boek 1

1. Wegens het ontbreken van een vereiste toestemming van een derde kan de nietigverklaring van het huwelijk alleen door die derde of, in het geval van artikel 38 van dit boek, door de curator worden verzocht. Dit verzoek vervalt, wanneer hij die bevoegd is de nietigverklaring te verzoeken, het huwelijk uitdrukkelijk of stilzwijgend heeft goedgekeurd, of wanneer drie maanden verlopen zijn nadat hij met de huwelijksvoltrekking bekend is geworden.

Dit betekent dat als een voor het huwelijk noodzakelijke toestemming van een derde ontbreekt, alleen die derde zelf, of de curator (in de situatie zoals bedoeld in artikel 38 van dit boek), de nietigverklaring van het huwelijk kan verzoeken. Het recht om dit verzoek te doen, vervalt echter (houdt op te bestaan) als de persoon die daartoe bevoegd is de nietigverklaring te verzoeken, het huwelijk uitdrukkelijk (expliciet) of stilzwijgend (impliciet) heeft goedgekeurd. Dit recht vervalt ook als er drie maanden verlopen zijn nadat hij met de huwelijksvoltrekking bekend is geworden (sinds hij weet dat het huwelijk is gesloten).

2. Hij die bevoegd is de nietigverklaring te verzoeken, wordt vermoed met het huwelijk bekend te zijn geworden, wanneer het hier te lande is voltrokken, of wanneer het, buiten Nederland aangegaan, hier te lande in de registers van de burgerlijke stand is ingeschreven.

Dit betekent dat de persoon die bevoegd is de nietigverklaring te verzoeken, geacht wordt (wordt vermoed) met het huwelijk bekend te zijn geworden in de volgende gevallen:

• wanneer het huwelijk hier te lande is voltrokken (in Nederland is gesloten), of
• wanneer het huwelijk buiten Nederland is aangegaan (gesloten) en vervolgens hier te lande in de registers van de burgerlijke stand is ingeschreven.