Artikel 448 (Einde taak bewindvoerder)
1. De taak van de bewindvoerder eindigt:
a. bij het einde van het bewind; b. door tijdsverloop, indien hij voor een bepaalde tijd was benoemd; c. door zijn dood, het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, zijn faillietverklaring of zijn ondercuratelestelling; d. door de instelling van een bewind als bedoeld in deze titel over één of meer van zijn goederen; e. door ontslag dat hem door de kantonrechter met ingang van een door deze bepaalde dag wordt verleend.
2. Het ontslag wordt hem verleend hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, dan wel ambtshalve. Hangende het onderzoek kan de kantonrechter voorlopige voorzieningen in het bewind treffen en de bewindvoerder schorsen. De kantonrechter kan hiertoe zo nodig ook zonder de bewindvoerder tevoren te hebben gehoord overgaan. In dat geval verliest de beschikking haar kracht na verloop van twee weken, tenzij de bewindvoerder binnen deze termijn in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord.
3. Een gewezen bewindvoerder blijft verplicht al datgene te doen, wat niet zonder nadeel voor de rechthebbende kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het beheer van de goederen bevoegd is, dit heeft aanvaard. In de gevallen genoemd in het eerste lid onder c, rust deze verplichting op zijn erfgenamen, onderscheidenlijk de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of de curator, indien zij van het bewind kennisdragen; in het geval genoemd in het eerste lid onder d, geldt dit voor de bewindvoerder, belast met het daar bedoelde bewind.
4. Artikel 384 van dit boek is van overeenkomstige toepassing.
5. In geval van ontslag wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, kan de kantonrechter bepalen dat geen verdere rekening en verantwoording behoeft te worden afgelegd. Tevens kan de kantonrechter de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de bewindvoerder, en alle aan de rechthebbende toekomende goederen in beslag nemen. Daartoe kan hij elke plaats betreden.
Uitleg in duidelijke taal
1. De taak van de bewindvoerder eindigt:
Dit betekent dat de taken en verantwoordelijkheden van de bewindvoerder stoppen in de volgende gevallen:
a. bij het einde van het bewind;
Dit houdt in dat de taak van de bewindvoerder eindigt wanneer de onderbewindstelling zelf ophoudt te bestaan.
b. door tijdsverloop, indien hij voor een bepaalde tijd was benoemd;
Dit betekent dat als de bewindvoerder voor een specifieke periode was aangesteld, zijn taak eindigt wanneer die periode voorbij is.
c. door zijn dood, het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, zijn faillietverklaring of zijn ondercuratelestelling;
Dit houdt in dat de taak van de bewindvoerder eindigt door zijn overlijden, of als de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard, of als hij failliet wordt verklaard, of als hij zelf onder curatele wordt gesteld.
d. door de instelling van een bewind als bedoeld in deze titel over één of meer van zijn goederen;
Dit betekent dat de taak van de bewindvoerder eindigt indien er een bewind, zoals omschreven in deze titel (Titel 19. Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen), wordt ingesteld over een of meer van zijn eigen goederen.
e. door ontslag dat hem door de kantonrechter met ingang van een door deze bepaalde dag wordt verleend.
Dit houdt in dat de taak van de bewindvoerder eindigt door ontslag dat de kantonrechter hem verleent, ingaande op een datum die de kantonrechter vaststelt.
2. Het ontslag wordt hem verleend hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, dan wel ambtshalve. Hangende het onderzoek kan de kantonrechter voorlopige voorzieningen in het bewind treffen en de bewindvoerder schorsen. De kantonrechter kan hiertoe zo nodig ook zonder de bewindvoerder tevoren te hebben gehoord overgaan. In dat geval verliest de beschikking haar kracht na verloop van twee weken, tenzij de bewindvoerder binnen deze termijn in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord.
Dit lid bepaalt dat de kantonrechter ontslag aan de bewindvoerder verleent, ofwel op diens eigen verzoek, ofwel wegens gewichtige redenen, ofwel omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden. Dit ontslag kan worden aangevraagd door de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken zoals bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, dan wel kan de kantonrechter dit ambtshalve (uit eigen beweging) doen. Gedurende het onderzoek (hangende het onderzoek) kan de kantonrechter voorlopige voorzieningen in het bewind treffen en de bewindvoerder schorsen. De kantonrechter kan hiertoe zo nodig ook overgaan zonder de bewindvoerder tevoren te hebben gehoord. In dat geval verliest de beschikking haar kracht na verloop van twee weken, tenzij de bewindvoerder binnen deze termijn in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord.
3. Een gewezen bewindvoerder blijft verplicht al datgene te doen, wat niet zonder nadeel voor de rechthebbende kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het beheer van de goederen bevoegd is, dit heeft aanvaard. In de gevallen genoemd in het eerste lid onder c, rust deze verplichting op zijn erfgenamen, onderscheidenlijk de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of de curator, indien zij van het bewind kennisdragen; in het geval genoemd in het eerste lid onder d, geldt dit voor de bewindvoerder, belast met het daar bedoelde bewind.
Dit lid stelt dat een voormalige (gewezen) bewindvoerder verplicht blijft al datgene te doen, wat niet zonder nadeel voor de rechthebbende kan worden uitgesteld, totdat degene die na hem tot het beheer van de goederen bevoegd is, dit heeft aanvaard. In de gevallen genoemd in het eerste lid onder c (door zijn dood, schuldsanering, faillietverklaring of ondercuratelestelling), rust deze verplichting op zijn erfgenamen, respectievelijk (onderscheidenlijk) de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of de curator, indien zij van het bewind kennisdragen (op de hoogte zijn). In het geval genoemd in het eerste lid onder d (instelling van bewind over eigen goederen), geldt dit voor de bewindvoerder die belast is met het daar bedoelde bewind.
4. Artikel 384 van dit boek is van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent dat artikel 384 van dit Burgerlijk Wetboek op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) geldt in de context van dit artikel.
5. In geval van ontslag wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, kan de kantonrechter bepalen dat geen verdere rekening en verantwoording behoeft te worden afgelegd. Tevens kan de kantonrechter de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de bewindvoerder, en alle aan de rechthebbende toekomende goederen in beslag nemen. Daartoe kan hij elke plaats betreden.
Dit lid bepaalt dat in geval van ontslag wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, de kantonrechter kan bepalen dat geen verdere rekening en verantwoording hoeft te worden afgelegd. Bovendien (tevens) kan de kantonrechter de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de bewindvoerder, en alle aan de rechthebbende toekomende goederen in beslag nemen. Daartoe kan hij elke plaats betreden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:950 - Uitbreiding belanghebbendenbegrip: familie ook betrokken bij ontslag van curator of bewindvoerder
Een procedure over het ontslag van een curator, bewindvoerder of mentor is een 'zaak van curatele, onderbewindstelling of mentorschap'. Daarom zijn naaste familieleden, zoals bedoeld in art. 798 lid 2 Rv, ook belanghebbenden en moeten zij in de procedure worden betrokken.
ECLI:NL:HR:2015:86
ECLI:NL:HR:2021:1921 - Bevoegdheid kantonrechter: geen directe maatregelen tegen werknemer bewindvoerder
Een kantonrechter mag niet rechtstreeks maatregelen opleggen aan een werknemer van een bewindvoerder. De toezichthoudende bevoegdheid richt zich uitsluitend op de bewindvoerder zelf. Een maatregel tegen een werknemer vereist een wettelijke grondslag, die in de wet op beschermingsbewind ontbreekt.
ECLI:NL:HR:2021:1126 - Reikwijdte rechterlijke beslissing: maatregel kantonrechter jegens werknemer bewindvoerder
Een maatregel van een kantonrechter in zijn toezichthoudende taak, die een werknemer van een bewindvoerder verbiedt taken uit te voeren, is een 'rechterlijke beslissing' ex art. 13a RO. Een klacht hierover via de klachtenregeling is daarom niet mogelijk.