Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 19. Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen
Artikel 436

Artikel 436 (Verplichtingen bewindvoerder, toezicht kantonrechter)

Laatste versie

1. De bewindvoerder is verplicht zo spoedig mogelijk een beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen op te maken en een afschrift daarvan in te leveren ter griffie van de ingevolge artikel 266 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegde rechtbank.

2. De artikelen 339, 363 en 364 van dit boek zijn van overeenkomstige toepassing.

3. Indien tot het bewind registergoederen behoren, is de bewindvoerder verplicht zo spoedig mogelijk de desbetreffende rechterlijke beschikkingen en zijn benoeming in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3, te doen inschrijven. Is een onderneming of een aandeel in een vennootschap onder firma onder bewind gesteld, dan is de bewindvoerder verplicht de desbetreffende rechterlijke beschikkingen en zijn benoeming in het handelsregister te doen inschrijven. De kantonrechter kan, hetzij op verzoek van degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, of van de bewindvoerder, hetzij ambtshalve bepalen dat een beschikking tot onderbewindstelling wegens een lichamelijke of geestelijke toestand, voor zover het bewind alle goederen betreft, die de rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren, en een beschikking houdende benoeming, schorsing of ontslag van de bewindvoerder vanwege de griffier in het register, bedoeld in artikel 391, worden ingeschreven.

4. Tenzij de kantonrechter anders bepaalt, is de bewindvoerder verplicht zo spoedig mogelijk een rekening te openen bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen; de bewindvoerder is voorts verplicht om uitsluitend voor de betalingen die hij bij de vervulling van zijn taak verricht of ontvangt zoveel mogelijk van deze rekening gebruik te maken.

5. De kantonrechter kan te allen tijde de bewindvoerder ten verhore doen oproepen. Deze is verplicht alle door de kantonrechter gewenste inlichtingen te verstrekken.

6. De kantonrechter kan van de bewindvoerder verlangen dat hij inzage geeft van zijn boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. Hij kan voorts een afschrift daarvan verlangen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De bewindvoerder is verplicht zo spoedig mogelijk een beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen op te maken en een afschrift daarvan in te leveren ter griffie van de ingevolge artikel 266 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegde rechtbank.

Dit lid bepaalt dat de bewindvoerder de plicht heeft om zo snel als mogelijk een overzicht (beschrijving) te maken van alle goederen die onder het bewind vallen. Vervolgens moet hij een kopie (afschrift) van dit overzicht indienen bij de administratie (griffie) van de rechtbank die op grond van artikel 266 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd is.

2. De artikelen 339, 363 en 364 van dit boek zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit lid stelt dat de bepalingen in de artikelen 339, 363 en 364 van dit Burgerlijk Wetboek op een vergelijkbare manier gelden voor de situatie van onderbewindstelling.

3. Indien tot het bewind registergoederen behoren, is de bewindvoerder verplicht zo spoedig mogelijk de desbetreffende rechterlijke beschikkingen en zijn benoeming in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3, te doen inschrijven. Is een onderneming of een aandeel in een vennootschap onder firma onder bewind gesteld, dan is de bewindvoerder verplicht de desbetreffende rechterlijke beschikkingen en zijn benoeming in het handelsregister te doen inschrijven. De kantonrechter kan, hetzij op verzoek van degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, of van de bewindvoerder, hetzij ambtshalve bepalen dat een beschikking tot onderbewindstelling wegens een lichamelijke of geestelijke toestand, voor zover het bewind alle goederen betreft, die de rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren, en een beschikking houdende benoeming, schorsing of ontslag van de bewindvoerder vanwege de griffier in het register, bedoeld in artikel 391, worden ingeschreven.

Dit lid legt de volgende verplichtingen op aan de bewindvoerder en bevoegdheden aan de kantonrechter:

  • Als er registergoederen (zoals onroerend goed) onder het bewind vallen, moet de bewindvoerder zo snel mogelijk de relevante rechterlijke uitspraken (beschikkingen) en zijn eigen benoeming laten registreren (inschrijven) in de openbare registers die genoemd worden in Boek 3, titel 1, afdeling 2.
  • Indien een onderneming of een aandeel in een vennootschap onder firma onder bewind is geplaatst, is de bewindvoerder verplicht de relevante rechterlijke uitspraken en zijn benoeming te laten inschrijven in het handelsregister.
  • De kantonrechter kan beslissen dat bepaalde beschikkingen door de griffier worden ingeschreven in het register zoals genoemd in artikel 391. Dit kan de kantonrechter doen op eigen initiatief (ambtshalve), op verzoek van de bewindvoerder, of op verzoek van de persoon die volgens artikel 432, eerste en tweede lid, het recht heeft om onderbewindstelling aan te vragen. Dit betreft:
  • een beschikking tot onderbewindstelling vanwege een lichamelijke of geestelijke toestand, mits het bewind alle huidige en toekomstige goederen van de rechthebbende omvat, en
  • een beschikking die de benoeming, schorsing of het ontslag van de bewindvoerder inhoudt.

4. Tenzij de kantonrechter anders bepaalt, is de bewindvoerder verplicht zo spoedig mogelijk een rekening te openen bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen; de bewindvoerder is voorts verplicht om uitsluitend voor de betalingen die hij bij de vervulling van zijn taak verricht of ontvangt zoveel mogelijk van deze rekening gebruik te maken.

Dit lid stelt dat de bewindvoerder verplicht is om zo snel mogelijk een bankrekening te openen bij een bank die in Nederland actief mag zijn volgens de Wet op het financieel toezicht, tenzij de kantonrechter een andere instructie geeft. Verder moet de bewindvoerder deze rekening zo veel als mogelijk gebruiken voor alle betalingen die hij doet of ontvangt in het kader van zijn taken.

5. De kantonrechter kan te allen tijde de bewindvoerder ten verhore doen oproepen. Deze is verplicht alle door de kantonrechter gewenste inlichtingen te verstrekken.

Dit lid geeft de kantonrechter de bevoegdheid om de bewindvoerder op elk gewenst moment op te roepen voor een zitting (verhoor). De bewindvoerder is dan verplicht om alle informatie (inlichtingen) te geven die de kantonrechter vraagt.

6. De kantonrechter kan van de bewindvoerder verlangen dat hij inzage geeft van zijn boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. Hij kan voorts een afschrift daarvan verlangen.

Dit lid bepaalt dat de kantonrechter de bewindvoerder kan opdragen om inzage te geven in zijn administratie, waaronder boeken, documenten (bescheiden) en andere informatiedragers. De kantonrechter kan daarnaast ook een kopie (afschrift) van deze administratie opvragen.