Artikel 431 (Instellen bewind ter bescherming meerderjarigen)
1. De kantonrechter kan een bewind instellen over één of meer van de goederen die een meerderjarige als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren
a. voor een bepaalde of onbepaalde tijdsduur indien de meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel b. voor een bepaalde tijdsduur indien de meerderjarige tijdelijk niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van verkwisting of het hebben van problematische schulden.
2. Indien te verwachten is dat een minderjarige op het tijdstip waarop hij meerderjarig zal worden, in de in het vorige lid bedoelde toestand zal verkeren, kan het bewind reeds voor de meerderjarigheid worden ingesteld.
3. Het bewind kan eveneens worden ingesteld indien te verwachten is dat de rechthebbende binnen afzienbare tijd in de in het eerste lid bedoelde toestand zal verkeren.
4. De rechter bij wie een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten dan wel een zorgmachtiging of een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg aanhangig is, is tevens bevoegd tot de kennisneming van een verzoek tot instelling van het bewind.
5. Onder aan de meerderjarige toebehorende goederen zijn in deze titel begrepen goederen die behoren tot zijn huwelijksgemeenschap of gemeenschap van geregistreerd partnerschap en die niet uitsluitend onder het bestuur van zijn echtgenoot dan wel geregistreerd partner staan.
Uitleg in duidelijke taal
1. De kantonrechter kan een bewind instellen over één of meer van de goederen die een meerderjarige als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren
Dit betekent dat de kantonrechter de bevoegdheid heeft om een bewind in te stellen. Dit bewind kan gaan over één of meerdere goederen die eigendom zijn van een meerderjarige persoon (de rechthebbende), of goederen die in de toekomst eigendom van deze meerderjarige zullen worden.
a. voor een bepaalde of onbepaalde tijdsduur indien de meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
Dit bewind kan worden ingesteld voor een specifieke periode (bepaalde tijdsduur) of zonder een vastgestelde einddatum (onbepaalde tijdsduur). De voorwaarde hiervoor is dat de meerderjarige, als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, tijdelijk of blijvend (duurzaam) niet in staat is om zijn financiële en eigendomsbelangen (vermogensrechtelijke belangen) volledig (ten volle) en op een juiste wijze (behoorlijk) te behartigen (waar te nemen). De woorden "dan wel" geven aan dat een alternatieve voorwaarde volgt.
b. voor een bepaalde tijdsduur indien de meerderjarige tijdelijk niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van verkwisting of het hebben van problematische schulden.
Dit bewind kan ook worden ingesteld voor een specifieke periode (bepaalde tijdsduur). De voorwaarde hiervoor is dat de meerderjarige tijdelijk niet in staat is om zijn financiële en eigendomsbelangen (vermogensrechtelijke belangen) volledig (ten volle) en op een juiste wijze (behoorlijk) te behartigen (waar te nemen). De reden hiervoor moet zijn verkwisting (het roekeloos uitgeven van geld of goederen) of het hebben van problematische schulden.
2. Indien te verwachten is dat een minderjarige op het tijdstip waarop hij meerderjarig zal worden, in de in het vorige lid bedoelde toestand zal verkeren, kan het bewind reeds voor de meerderjarigheid worden ingesteld.
Dit betekent dat als er een verwachting is dat een persoon die nog minderjarig is, op het moment dat hij meerderjarig wordt, zich zal bevinden in de toestand zoals omschreven in lid 1 (dat wil zeggen, niet in staat zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen door lichamelijke/geestelijke toestand, verkwisting of problematische schulden), het bewind al kan worden ingesteld voordat deze persoon de meerderjarige leeftijd bereikt.
3. Het bewind kan eveneens worden ingesteld indien te verwachten is dat de rechthebbende binnen afzienbare tijd in de in het eerste lid bedoelde toestand zal verkeren.
Dit betekent dat het bewind ook ingesteld kan worden als er een verwachting is dat de persoon aan wie de goederen toebehoren (de rechthebbende) binnen een redelijk korte periode (afzienbare tijd) in de toestand zal komen zoals omschreven in het eerste lid (dat wil zeggen, niet in staat zal zijn zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen door lichamelijke/geestelijke toestand, verkwisting of problematische schulden).
4. De rechter bij wie een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten dan wel een zorgmachtiging of een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg aanhangig is, is tevens bevoegd tot de kennisneming van een verzoek tot instelling van het bewind.
Dit betekent dat een rechter die al een verzoek behandelt (aanhangig is) voor het verlenen van een rechterlijke machtiging volgens de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, of een verzoek voor een zorgmachtiging of een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel volgens de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ook de bevoegdheid heeft om een verzoek voor de instelling van het bewind in behandeling te nemen (kennisneming).
5. Onder aan de meerderjarige toebehorende goederen zijn in deze titel begrepen goederen die behoren tot zijn huwelijksgemeenschap of gemeenschap van geregistreerd partnerschap en die niet uitsluitend onder het bestuur van zijn echtgenoot dan wel geregistreerd partner staan.
Dit betekent dat tot de goederen die aan de meerderjarige toebehoren en waarover bewind kan worden ingesteld (zoals bedoeld in deze titel), ook goederen worden gerekend die onderdeel zijn van zijn huwelijksgemeenschap of de gemeenschap van zijn geregistreerd partnerschap. Een voorwaarde hierbij is dat deze specifieke goederen niet alleen (uitsluitend) door zijn echtgenoot of geregistreerd partner worden beheerd (onder het bestuur staan van).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:525
ECLI:NL:HR:2012:BV4010
ECLI:NL:HR:2012:BV4021
ECLI:NL:HR:2002:AD4932
ECLI:NL:HR:2023:460 - Winstoogmerk blokkeert BTW-vrijstelling voor schuldhulpverlening en bewindvoering
De BTW-vrijstelling voor sociale diensten geldt alleen voor ondernemers zonder winstoogmerk. De Hoge Raad oordeelt dat een lagere regeling (Bijlage B) die de vrijstelling uitbreidt naar winstbeogende instellingen onverbindend is, omdat dit in strijd is met de wet (art. 11 Wet OB).