Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 16. Curatele
Artikel 389

Artikel 389 (Einde, opheffing en verlenging curatele)

Laatste versie

1. De curatele eindigt:

a. door het verstrijken van de tijdsduur waarvoor zij is ingesteld, b. door de dood van de betrokken persoon, of c. indien ten behoeve van hem bij in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak ter vervanging van curatele een bewind als bedoeld in titel 19 dan wel een mentorschap als bedoeld in titel 20 is ingesteld.

2. De kantonrechter kan, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele opheffen, zulks op verzoek van de curator of degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379, alsmede ambtshalve. De beschikking treedt in werking zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan, tenzij zij een eerder tijdstip van ingang aanwijst.

3. Degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379, alsmede de curator, kan verzoeken om verlenging van een curatele die voor een bepaalde tijdsduur is ingesteld. De kantonrechter beslist binnen twee maanden na het indienen van het verzoekschrift. Artikel 384 is van overeenkomstige toepassing. Tegen de afwijzing van een verzoek tot verlenging staat geen hogere voorziening open.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. De curatele eindigt:

Dit lid geeft aan dat de curatele eindigt onder de volgende omstandigheden:

a. door het verstrijken van de tijdsduur waarvoor zij is ingesteld,

Dit betekent dat de curatele stopt wanneer de afgesproken periode, waarvoor de curatele was vastgesteld, voorbij is.

b. door de dood van de betrokken persoon, of

Dit betekent dat de curatele stopt wanneer de persoon over wie de curatele is uitgesproken, overlijdt.

c. indien ten behoeve van hem bij in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak ter vervanging van curatele een bewind als bedoeld in titel 19 dan wel een mentorschap als bedoeld in titel 20 is ingesteld.

Dit betekent dat de curatele eindigt als er voor de betreffende persoon, door een rechterlijke uitspraak die definitief is geworden (in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak), en ter vervanging van curatele, een bewind als bedoeld in titel 19 dan wel een mentorschap als bedoeld in titel 20 is ingesteld.

2. De kantonrechter kan, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele opheffen, zulks op verzoek van de curator of degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379, alsmede ambtshalve. De beschikking treedt in werking zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan, tenzij zij een eerder tijdstip van ingang aanwijst.

Dit lid stelt dat de kantonrechter de curatele kan opheffen indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of als de voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken. Dit kan gebeuren op verzoek van de curator, op verzoek van degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379, of alsmede ambtshalve (op eigen initiatief van de kantonrechter). De beschikking (beslissing) treedt in werking zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan (definitief is geworden), tenzij zij een eerder tijdstip van ingang aanwijst.

3. Degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379, alsmede de curator, kan verzoeken om verlenging van een curatele die voor een bepaalde tijdsduur is ingesteld. De kantonrechter beslist binnen twee maanden na het indienen van het verzoekschrift. Artikel 384 is van overeenkomstige toepassing. Tegen de afwijzing van een verzoek tot verlenging staat geen hogere voorziening open.

Dit lid bepaalt dat degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379, alsmede de curator, kan verzoeken om verlenging van een curatele die voor een bepaalde tijdsduur is ingesteld. De kantonrechter beslist binnen twee maanden na het indienen van het verzoekschrift. Artikel 384 is van overeenkomstige toepassing (op een vergelijkbare manier van toepassing). Tegen de afwijzing van een verzoek tot verlenging staat geen hogere voorziening open (er is geen beroep mogelijk bij een hogere rechter).