Artikel 378 (Gronden voor ondercuratelestelling)
1. Een meerderjarige kan door de kantonrechter onder curatele worden gesteld, wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van
a. zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel b. gewoonte van drank- of drugsmisbruik,
en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
2. Indien te verwachten is dat ten aanzien van een minderjarige op het tijdstip waarop hij meerderjarig zal worden, van een der in het vorige lid genoemde gronden voor curatele sprake zal zijn, kan de curatele reeds voor de meerderjarigheid worden uitgesproken.
3. De rechter bij wie een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten dan wel een zorgmachtiging of een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg aanhangig is, is tevens bevoegd tot de kennisneming van een verzoek tot ondercuratelestelling.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een meerderjarige kan door de kantonrechter onder curatele worden gesteld, wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van
Dit eerste deel van lid 1 stelt dat een persoon die meerderjarig is, door de kantonrechter onder curatele kan worden gesteld. Dit kan gebeuren als deze persoon tijdelijk of voor langere tijd zijn of haar eigen belangen niet goed kan behartigen (niet behoorlijk waarneemt), of als deze persoon zijn of haar eigen veiligheid of de veiligheid van anderen in gevaar brengt. De oorzaak hiervan moet liggen in een van de hierna volgende gronden.
a. zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
Dit betekent dat een van de mogelijke oorzaken de lichamelijke of geestelijke toestand van de desbetreffende persoon is.
b. gewoonte van drank- of drugsmisbruik,
Dit betekent dat een andere mogelijke oorzaak een gewoonte van drankmisbruik of drugsmisbruik is.
en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
Dit laatste deel van lid 1 voegt een belangrijke voorwaarde toe: ondercuratelestelling is alleen mogelijk als een adequate (voldoende) behartiging van de belangen van de persoon niet kan worden bereikt (bewerkstelligd) met een maatregel die geschikter (meer passend) en minder ingrijpend (minder verstrekkend) is. Dit wordt ook wel het subsidiariteitsbeginsel genoemd: curatele is pas een optie als er geen lichtere, geschiktere maatregel voorhanden is.
2. Indien te verwachten is dat ten aanzien van een minderjarige op het tijdstip waarop hij meerderjarig zal worden, van een der in het vorige lid genoemde gronden voor curatele sprake zal zijn, kan de curatele reeds voor de meerderjarigheid worden uitgesproken.
Dit lid bepaalt dat als er een verwachting is dat een minderjarige op het moment dat hij of zij meerderjarig wordt, zal voldoen aan een van de in het vorige lid (lid 1) genoemde gronden voor curatele, de curatele al kan worden uitgesproken voordat de minderjarige meerderjarig is. De curatele treedt dan in werking op het moment van meerderjarigheid.
3. De rechter bij wie een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten dan wel een zorgmachtiging of een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg aanhangig is, is tevens bevoegd tot de kennisneming van een verzoek tot ondercuratelestelling.
Dit lid stelt dat de rechter die een verzoek behandelt voor een rechterlijke machtiging (zoals bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten), een zorgmachtiging, of een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel (zoals bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg), ook bevoegd is om kennis te nemen van een verzoek tot ondercuratelestelling. Dit betekent dat dezelfde rechter die al betrokken is bij een procedure in het kader van gedwongen zorg, ook kan oordelen over een eventueel verzoek tot ondercuratelestelling van de betreffende persoon.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:147 - Anticiperende Toepassing Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000 en Procesonbekwaamheid
De Hoge Raad aanvaardt anticiperende toepassing van het niet-geratificeerde Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000. Een Spaanse 'tutela' wordt erkend en de vraag of voor het voeren van een procedure in Nederland rechterlijke machtiging nodig is, wordt beantwoord naar Nederlands recht (lex fori executionis).
ECLI:NL:HR:2023:460 - Winstoogmerk blokkeert BTW-vrijstelling voor schuldhulpverlening en bewindvoering
De BTW-vrijstelling voor sociale diensten geldt alleen voor ondernemers zonder winstoogmerk. De Hoge Raad oordeelt dat een lagere regeling (Bijlage B) die de vrijstelling uitbreidt naar winstbeogende instellingen onverbindend is, omdat dit in strijd is met de wet (art. 11 Wet OB).
ECLI:NL:HR:2017:2624 - Schending hoor en wederhoor door gebruik van stukken buiten procesdossier
Een rechter schendt het beginsel van hoor en wederhoor (art. 19 Rv) door een beslissing te baseren op een ambtshalve verkregen stuk waarover partijen zich niet hebben kunnen uitlaten. Een door een onder curatele gestelde verleende procesvolmacht aan een advocaat blijft geldig.