Burgerlijk Wetboek Boek 1

Na het einde van zijn bewind doet de voogd daarvan onverwijld rekening en verantwoording. De kosten worden door de voogd betaald. Zij komen echter ten laste van de minderjarige. Voor zover de kosten niet op de minderjarige kunnen worden verhaald, komen zij ten laste van de ouders, en, zo zij ook op hen niet kunnen worden verhaald, ten laste van de Staat.

Dit artikel bepaalt dat nadat het bewind van de voogd is beëindigd, de voogd direct (onverwijld) een overzicht van de financiën en een verklaring van zijn handelingen (rekening en verantwoording) moet afleggen. De kosten die hiermee gemoeid zijn, worden in eerste instantie door de voogd betaald. Deze kosten zijn echter uiteindelijk voor rekening (ten laste) van de minderjarige. Mochten de kosten niet op de minderjarige verhaald kunnen worden, dan komen ze voor rekening van de ouders. Als de kosten ook niet op de ouders verhaald kunnen worden, dan komen ze ten slotte voor rekening van de Staat.