Artikel 344 (Bewaring vermogen minderjarige door voogd)
1. Voor zover de kantonrechter niet anders bepaalt, geeft de voogd de effecten aan toonder van de minderjarige in bewaring bij:
a. de Nederlandsche Bank N.V.; b. een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen;
2. De kantonrechter kan aanwijzingen geven omtrent de wijze, waarop spaarbankboekjes en gelden van de minderjarige moeten worden bewaard. De kantonrechter onder wiens goedkeuring een verdeling tot stand komt, kan ter gelegenheid daarvan aanwijzingen als hier bedoeld geven. Overigens is de kantonrechter, aangewezen in de tweede afdeling van de derde titel van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd.
3. Voor effecten aan toonder, spaarbankboekjes en gelden, die de minderjarige tezamen met een of meer andere personen toekomen, geldt het bepaalde in de vorige leden, wanneer de voogd die onder zijn berusting heeft.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voorzover de kantonrechter niet anders bepaalt, geeft de voogd de effecten aan toonder van de minderjarige in bewaring bij:
Dit betekent dat, tenzij de kantonrechter anders beslist, de voogd de effecten aan toonder (waardepapieren die niet op naam staan) van de minderjarige moet deponeren (in bewaring geven) bij de hieronder genoemde instellingen.
a. de Nederlandsche Bank N.V.;
Dit houdt in: bij de Nederlandsche Bank N.V.
b. een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen;
Dit houdt in: bij een financiële instelling die volgens de Wet op het financieel toezicht in Nederland als bank mag opereren.
2. De kantonrechter kan aanwijzingen geven omtrent de wijze, waarop spaarbankboekjes en gelden van de minderjarige moeten worden bewaard. De kantonrechter onder wiens goedkeuring een verdeling tot stand komt, kan ter gelegenheid daarvan aanwijzingen als hier bedoeld geven. Overigens is de kantonrechter, aangewezen in de tweede afdeling van de derde titel van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd.
Dit lid stelt dat de kantonrechter instructies kan geven over de manier waarop spaarbankboekjes en het geld van de minderjarige bewaard moeten worden. Wanneer een kantonrechter een verdeling goedkeurt, kan deze bij die gelegenheid ook dergelijke bewaringsaanwijzingen geven. In andere gevallen is de bevoegde kantonrechter degene die wordt aangewezen in de tweede afdeling van de derde titel van het eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3. Voor effecten aan toonder, spaarbankboekjes en gelden, die de minderjarige tezamen met een of meer andere personen toekomen, geldt het bepaalde in de vorige leden, wanneer de voogd die onder zijn berusting heeft.
Dit betekent dat de regels uit de voorgaande leden (lid 1 en 2) ook van toepassing zijn op effecten aan toonder, spaarbankboekjes en gelden die de minderjarige samen met één of meerdere andere personen bezit, op voorwaarde dat de voogd deze zaken onder zijn beheer (berusting) heeft.