Artikel 334 (Beëindiging voogdij en voorziening gezag)
1. Indien de rechtbank de beëindiging van de voogdij uitspreekt, voorziet zij tevens in het gezag, behoudens het bepaalde in het derde lid.
2. Ieder die tot de uitoefening van het gezag bevoegd is, kan tijdens het onderzoek schriftelijk aan de rechtbank verzoeken daarmede te worden belast.
3. Indien sprake is van gezamenlijke uitoefening van de voogdij en de beëindiging van de voogdij slechts een van de voogden betreft, wordt de voogdij voortaan door de andere voogd alleen uitgeoefend.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de rechtbank de beëindiging van de voogdij uitspreekt, voorziet zij tevens in het gezag, behoudens het bepaalde in het derde lid.
Dit betekent: Als de rechtbank
de beëindiging van de voogdij uitspreekt
(formeel besluit dat de voogdij stopt), dan regelt de rechtbank
(zij
) ook (tevens
) wie in het gezag voorziet
(wie het gezag krijgt), behoudens
(met uitzondering van) het bepaalde in het derde lid
(wat in het derde lid van dit artikel staat).
2. Ieder die tot de uitoefening van het gezag bevoegd is, kan tijdens het onderzoek schriftelijk aan de rechtbank verzoeken daarmede te worden belast.
Dit betekent: Ieder
(elke persoon) die bevoegd is tot de uitoefening van het gezag
(het recht heeft om het gezag uit te voeren), kan tijdens het onderzoek
(gedurende de periode dat de rechtbank de zaak onderzoekt) schriftelijk aan de rechtbank verzoeken
om daarmede te worden belast
(om met het gezag te worden belast).
3. Indien sprake is van gezamenlijke uitoefening van de voogdij en de beëindiging van de voogdij slechts een van de voogden betreft, wordt de voogdij voortaan door de andere voogd alleen uitgeoefend.
Dit betekent: Indien sprake is van gezamenlijke uitoefening van de voogdij
(als twee voogden samen de voogdij uitoefenen) en de beëindiging van de voogdij slechts een van de voogden betreft
(en de voogdij stopt alleen voor één van die voogden), wordt de voogdij voortaan
(vanaf dat moment) door de andere voogd alleen uitgeoefend
.