Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 6. Voogdij
§ 8. Beëindiging van voogdij
Artikel 328

Artikel 328 (Beëindiging voogdij instelling/rechtspersoon door rechtbank)

Laatste versie

De rechtbank kan de voogdij van een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet of van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 302, tweede lid, beëindigen indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en: a. zij haar taken op een niet verantwoorde wijze uitoefent als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Jeugdwet, of b. zij nalaat overeenkomstig artikel 305 de raad voor de kinderbescherming op de hoogte te houden.

Uitleg in duidelijke taal

De rechtbank kan de voogdij van een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet of van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 302, tweede lid, beëindigen indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:

Dit artikel bepaalt dat de rechtbank de voogdij kan beëindigen die wordt uitgeoefend door een gecertificeerde instelling (zoals gedefinieerd in artikel 1.1 van de Jeugdwet) of door een rechtspersoon (zoals bedoeld in artikel 302, tweede lid). Deze beëindiging is mogelijk als een minderjarige opgroeit op een manier die zijn of haar ontwikkeling ernstig bedreigt, én aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a. zij haar taken op een niet verantwoorde wijze uitoefent als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Jeugdwet, of

De gecertificeerde instelling of rechtspersoon haar taken uitoefent op een wijze die niet verantwoord is, zoals omschreven in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Jeugdwet, of

b. zij nalaat overeenkomstig artikel 305 de raad voor de kinderbescherming op de hoogte te houden.

De gecertificeerde instelling of rechtspersoon nalaat om, overeenkomstig artikel 305, de raad voor de kinderbescherming op de hoogte te houden.