Burgerlijk Wetboek Boek 1

Naar aanleiding van een besluit van een ambtenaar van de burgerlijke stand om op grond van artikel 18c of 20c te weigeren een akte van de burgerlijke stand op te maken, een latere vermelding aan een akte toe te voegen of, buiten het geval van stuiting van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap en dat van afgifte van een afschrift of een uittreksel, aan een verrichting mee te werken, kunnen belanghebbende partijen binnen zes weken na de verzending van dat besluit een verzoek indienen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de standplaats van de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelegen.

Dit artikel bepaalt het volgende: Wanneer een ambtenaar van de burgerlijke stand een besluit neemt om, op basis van artikel 18c of artikel 20c, te weigeren een akte van de burgerlijke stand op te maken, een latere vermelding aan een akte toe te voegen, of medewerking te verlenen aan een andere verrichting (met uitzondering van de stuiting van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap, en met uitzondering van de afgifte van een afschrift of een uittreksel), dan hebben belanghebbende partijen de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzending van dat besluit een verzoek in te dienen bij de rechtbank. Dit verzoek moet worden ingediend bij de rechtbank die bevoegd is in het rechtsgebied waar de standplaats van de desbetreffende ambtenaar van de burgerlijke stand zich bevindt.