Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 4. Ondertoezichtstelling van minderjarigen
Artikel 265k

Artikel 265k (Verzoekprocedure ondertoezichtstelling)

Laatste versie

1. Verzoeken op grond van deze afdeling worden schriftelijk gedaan. Voor zover zij aan de kinderrechter zijn gericht, kunnen zij worden ingediend zonder advocaat met uitzondering van het verzoek bedoeld in artikel 262b.

2. De gecertificeerde instelling die een verzoek indient of ter terechtzitting wordt opgeroepen, zendt bij het verzoekschrift of onverwijld na de oproep, het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet, en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling aan de kinderrechter.

3. Het plan en het verslag, bedoeld in het tweede lid, worden eveneens gezonden aan de raad voor de kinderbescherming.

4. De verzoeken die de gecertificeerde instelling ter uitvoering van haar taak tot de rechter richt, kunnen worden ingediend zonder advocaat en worden kosteloos behandeld; de grossen, afschriften en uittreksels, die zij tot dat doel aanvraagt, worden haar door de griffiers vrij van alle kosten uitgereikt.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. Verzoeken op grond van deze afdeling worden schriftelijk gedaan. Voor zover zij aan de kinderrechter zijn gericht, kunnen zij worden ingediend zonder advocaat met uitzondering van het verzoek bedoeld in artikel 262b.

Dit betekent letterlijk dat verzoeken die gebaseerd zijn op deze afdeling (Afdeling 4. Ondertoezichtstelling van minderjarigen) schriftelijk moeten worden gedaan. Voor zover deze verzoeken aan de kinderrechter zijn gericht, kunnen zij worden ingediend zonder dat een advocaat daarbij betrokken hoeft te zijn, met als uitzondering het verzoek zoals omschreven in artikel 262b.

2. De gecertificeerde instelling die een verzoek indient of ter terechtzitting wordt opgeroepen, zendt bij het verzoekschrift of onverwijld na de oproep, het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet, en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling aan de kinderrechter.

Dit betekent letterlijk dat de gecertificeerde instelling die een verzoek indient of die voor een terechtzitting wordt opgeroepen, verplicht is om bij het verzoekschrift, of direct (onverwijld) na de oproep, twee documenten aan de kinderrechter te sturen: het plan, zoals bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet, en een verslag over het verloop van de ondertoezichtstelling.

3. Het plan en het verslag, bedoeld in het tweede lid, worden eveneens gezonden aan de raad voor de kinderbescherming.

Dit betekent letterlijk dat het plan en het verslag die in het tweede lid zijn genoemd, ook naar de raad voor de kinderbescherming moeten worden gezonden.

4. De verzoeken die de gecertificeerde instelling ter uitvoering van haar taak tot de rechter richt, kunnen worden ingediend zonder advocaat en worden kosteloos behandeld; de grossen, afschriften en uittreksels, die zij tot dat doel aanvraagt, worden haar door de griffiers vrij van alle kosten uitgereikt.

Dit betekent letterlijk dat de verzoeken die de gecertificeerde instelling in het kader van de uitvoering van haar taak aan de rechter richt, kunnen worden ingediend zonder dat een advocaat nodig is. Deze verzoeken worden bovendien kosteloos behandeld. Daarnaast worden de grossen (officiële gewaarmerkte afschriften), afschriften en uittreksels die de gecertificeerde instelling voor dat doel aanvraagt, haar door de griffiers (administratief personeel van de rechtbank) zonder enige kosten (vrij van alle kosten) verstrekt (uitgereikt).