Artikel 258 (Duur ondertoezichtstelling, geen mindering voorlopige)
De duur van de ondertoezichtstelling is, behoudens verlenging als bedoeld in artikel 260, ten hoogste een jaar. De duur van de voorlopige ondertoezichtstelling komt hierop niet in mindering.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]
Uitleg in duidelijke taal
De duur van de ondertoezichtstelling is, behoudens verlenging als bedoeld in artikel 260, ten hoogste een jaar. De duur van de voorlopige ondertoezichtstelling komt hierop niet in mindering.
Dit artikel bepaalt dat de periode van de ondertoezichtstelling in beginsel maximaal (ten hoogste) één jaar is. Een uitzondering hierop is een verlenging zoals die is omschreven in artikel 260 (behoudens verlenging als bedoeld in artikel 260). Verder wordt gesteld dat de periode die een eventuele voorlopige ondertoezichtstelling heeft geduurd, niet wordt afgetrokken (komt hierop niet in mindering) van de eerdergenoemde maximale duur van de ondertoezichtstelling.