Artikel 253sa (Gezamenlijk gezag rechtswege ouder met niet-ouder partner)
1. Over het staande hun huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kind oefenen een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, gezamenlijk het gezag uit, tenzij het kind tevens in familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder.
2. De bepalingen met betrekking tot het gezamenlijk gezag van gehuwde en gehuwd geweest zijnde ouders zijn van overeenkomstige toepassing, voor wat betreft het in het vorige lid bedoeld geregistreerd partnerschap met uitzondering van het omtrent scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed bepaalde. Na ontbinding van het geregistreerd partnerschap als bedoeld in artikel 80c, eerste lid, onder d, blijven de ouder en zijn geregistreerde partner die niet de ouder is, dit gezag gezamenlijk uitoefenen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Over het staande hun huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kind oefenen een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, gezamenlijk het gezag uit, tenzij het kind tevens in familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder.
Dit lid bepaalt dat een ouder en zijn of haar echtgenoot of geregistreerde partner, die niet de juridische ouder van het kind is, automatisch (van rechtswege) samen het gezag uitoefenen over een kind dat tijdens hun huwelijk of geregistreerd partnerschap is geboren. Dit geldt niet als het kind ook een familierechtelijke betrekking heeft met een andere ouder.
2. De bepalingen met betrekking tot het gezamenlijk gezag van gehuwde en gehuwd geweest zijnde ouders zijn van overeenkomstige toepassing, voor wat betreft het in het vorige lid bedoeld geregistreerd partnerschap met uitzondering van het omtrent scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed bepaalde. Na ontbinding van het geregistreerd partnerschap als bedoeld in artikel 80c, eerste lid, onder d, blijven de ouder en zijn geregistreerde partner die niet de ouder is, dit gezag gezamenlijk uitoefenen.
Dit lid stelt dat de wettelijke regels over het gezamenlijk gezag van ouders die getrouwd zijn of waren, op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor het in lid 1 genoemde geregistreerd partnerschap. Een uitzondering hierop vormen de regels betreffende scheiding van tafel en bed en de ontbinding van een huwelijk na een scheiding van tafel en bed; deze zijn niet van toepassing. Na de ontbinding van een geregistreerd partnerschap zoals omschreven in artikel 80c, eerste lid, onder d, van het Burgerlijk Wetboek Boek 1, blijven de ouder en de geregistreerde partner die niet de ouder is, het gezag gezamenlijk uitoefenen.