Artikel 251 (Uitoefening gezamenlijk gezag ouders)
1. Gedurende hun huwelijk oefenen de ouders het gezag gezamenlijk uit.
2. Na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag gezamenlijk uitoefenen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Gedurende hun huwelijk oefenen de ouders het gezag gezamenlijk uit.
Dit betekent letterlijk dat de ouders, zolang hun huwelijk duurt, het gezag over hun kinderen samen (gezamenlijk) uitoefenen.
2. Na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag gezamenlijk uitoefenen.
Dit betekent letterlijk dat ook nadat het huwelijk is beëindigd (ontbinding) op een andere wijze dan door de dood, of na een scheiding van tafel en bed, de ouders die reeds gezamenlijk het gezag uitoefenden, dit gezag gezamenlijk blijven uitoefenen.