Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 4. Burgerlijke stand
Afdeling 10. Inschrijving van buitenlandse akten en de rechterlijke last tot het opmaken van een vervangende akte van geboorte
Artikel 25

Artikel 25 (Inschrijving buitenlandse akten burgerlijke stand 's-Gravenhage)

Laatste versie

1. Buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akten van geboorte, huwelijksakten, akten van registratie van een partnerschap en akten van overlijden worden op bevel van het openbaar ministerie of op verzoek van een belanghebbende ingeschreven in de registers onderscheidenlijk van geboorten, van huwelijken, van geregistreerde partnerschappen en van overlijden van de gemeente 's-Gravenhage, indien:

a. de akte een persoon betreft die op het ogenblik van het verzoek Nederlander is of te eniger tijd Nederlander dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest; b. de akte een persoon betreft die rechtmatig verblijft op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000.

2. Buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akten van geboorte worden op bevel van het openbaar ministerie of op verzoek van een belanghebbende ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente 's-Gravenhage, indien de akte een persoon van vreemde nationaliteit betreft en op grond van enige bepaling van dit boek een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd.

3. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage kan ook ambtshalve de in de vorige leden bedoelde akten inschrijven.

4. Indien de inschrijving van een huwelijksakte of van een akte van registratie van een partnerschap op grond van het eerste lid wordt verzocht door een belanghebbende en betrekking heeft op een huwelijk of een geregistreerd partnerschap tussen personen van wie er een niet de Nederlandse nationaliteit bezit of rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder b, d of e, van de Vreemdelingenwet 2000, dienen de echtgenoten of geregistreerde partners ten behoeve van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een verklaring af te leggen inzake het verblijfsrecht van de echtgenoot of geregistreerde partner die niet de Nederlandse nationaliteit bezit alsmede inhoudende dat hun huwelijk of geregistreerd partnerschap niet is aangegaan met het oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen. De verklaring is niet vereist indien:

a. sinds de voltrekking van het huwelijk of de registratie van het partnerschap ten minste tien jaren zijn verstreken, of b. het huwelijk of geregistreerd partnerschap inmiddels is geëindigd.

5. In geval van adoptie gelast de rechtbank, die de adoptie uitspreekt, ambtshalve afzonderlijk de inschrijving van de in het eerste en het tweede lid bedoelde akte van geboorte.

6. De akte van inschrijving vermeldt de bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen gegevens.

7. Kennelijke misslagen of schrijf- of spelfouten, die de ambtenaar van de burgerlijke stand in de in te schrijven akte vaststelt op grond van een hier te lande in de registers van de burgerlijke stand opgenomen akte of op grond van een rechterlijke uitspraak, kunnen ambtshalve door hem worden verbeterd. De verbeteringen worden afzonderlijk in de akte vermeld.

8. Indien een akte ambtshalve is ingeschreven, wordt een afschrift van de akte van inschrijving toegezonden aan de persoon of de personen op wie de akte betrekking heeft.

Uitleg in duidelijke taal

1. Buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akten van geboorte, huwelijksakten, akten van registratie van een partnerschap en akten van overlijden worden op bevel van het openbaar ministerie of op verzoek van een belanghebbende ingeschreven in de registers onderscheidenlijk van geboorten, van huwelijken, van geregistreerde partnerschappen en van overlijden van de gemeente 's-Gravenhage, indien:

Dit lid bepaalt dat akten van geboorte, huwelijksakten, akten van registratie van een partnerschap en akten van overlijden die buiten Nederland zijn opgemaakt door een bevoegde instantie volgens de lokale regels, ingeschreven worden in de respectievelijke registers van de gemeente 's-Gravenhage. Dit gebeurt op bevel van het openbaar ministerie of op verzoek van een belanghebbende, maar alleen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, die in de volgende onderdelen worden gespecificeerd.

a. de akte een persoon betreft die op het ogenblik van het verzoek Nederlander is of te eniger tijd Nederlander dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest;

Dit betekent dat een van de voorwaarden voor inschrijving is dat de akte betrekking heeft op een persoon die op het moment van het verzoek de Nederlandse nationaliteit heeft, of ooit Nederlander is geweest, of ooit Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest.

b. de akte een persoon betreft die rechtmatig verblijft op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000.

Dit betekent dat een andere voorwaarde voor inschrijving kan zijn dat de akte betrekking heeft op een persoon die legaal in Nederland verblijft op basis van de gronden genoemd in artikel 8, onderdelen c en d, van de Vreemdelingenwet 2000.

2. Buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akten van geboorte worden op bevel van het openbaar ministerie of op verzoek van een belanghebbende ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente 's-Gravenhage, indien de akte een persoon van vreemde nationaliteit betreft en op grond van enige bepaling van dit boek een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd.

Dit lid specificeert dat buitenlandse geboorteakten die volgens lokale regels door een bevoegde instantie zijn opgemaakt, ook in het geboorteregister van de gemeente 's-Gravenhage kunnen worden ingeschreven op bevel van het openbaar ministerie of op verzoek van een belanghebbende. Dit geldt specifiek als de akte een persoon met een vreemde nationaliteit betreft én er volgens een bepaling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een latere aantekening (vermelding) aan die geboorteakte moet worden toegevoegd.

3. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage kan ook ambtshalve de in de vorige leden bedoelde akten inschrijven.

Dit betekent dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage de bevoegdheid heeft om de in lid 1 en lid 2 genoemde buitenlandse akten uit eigen beweging (ambtshalve) in te schrijven, zonder dat daarvoor een bevel van het openbaar ministerie of een verzoek van een belanghebbende nodig is.

4. Indien de inschrijving van een huwelijksakte of van een akte van registratie van een partnerschap op grond van het eerste lid wordt verzocht door een belanghebbende en betrekking heeft op een huwelijk of een geregistreerd partnerschap tussen personen van wie er een niet de Nederlandse nationaliteit bezit of rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder b, d of e, van de Vreemdelingenwet 2000, dienen de echtgenoten of geregistreerde partners ten behoeve van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een verklaring af te leggen inzake het verblijfsrecht van de echtgenoot of geregistreerde partner die niet de Nederlandse nationaliteit bezit alsmede inhoudende dat hun huwelijk of geregistreerd partnerschap niet is aangegaan met het oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen. De verklaring is niet vereist indien:

Dit lid stelt dat als een belanghebbende verzoekt om inschrijving van een buitenlandse huwelijksakte of akte van geregistreerd partnerschap (zoals bedoeld in lid 1), en dit een huwelijk of partnerschap betreft waarbij één van de partners niet de Nederlandse nationaliteit heeft of niet rechtmatig in Nederland verblijft (volgens artikel 8, onder b, d, of e van de Vreemdelingenwet 2000), de betrokken echtgenoten of partners een verklaring moeten afleggen. Deze verklaring, bestemd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van 's-Gravenhage, moet gaan over het verblijfsrecht van de partner zonder Nederlandse nationaliteit en bevestigen dat het huwelijk of partnerschap niet is gesloten met het doel om verblijfsrecht in Nederland te krijgen. Deze verklaring is echter niet nodig in twee specifieke situaties, die hierna worden genoemd.

a. sinds de voltrekking van het huwelijk of de registratie van het partnerschap ten minste tien jaren zijn verstreken, of

Dit betekent dat de in lid 4 genoemde verklaring niet vereist is indien er minstens tien jaar zijn verstreken sinds het huwelijk is voltrokken of het partnerschap is geregistreerd.

b. het huwelijk of geregistreerd partnerschap inmiddels is geëindigd.

Dit betekent dat de in lid 4 genoemde verklaring ook niet vereist is indien het huwelijk of het geregistreerd partnerschap al is beëindigd.

5. In geval van adoptie gelast de rechtbank, die de adoptie uitspreekt, ambtshalve afzonderlijk de inschrijving van de in het eerste en het tweede lid bedoelde akte van geboorte.

Dit lid bepaalt dat wanneer een rechtbank een adoptie uitspreekt, deze rechtbank uit eigen beweging (ambtshalve) en als een afzonderlijke handeling opdracht geeft tot inschrijving van de buitenlandse geboorteakte van het geadopteerde kind, zoals bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel.

6. De akte van inschrijving vermeldt de bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen gegevens.

Dit betekent dat in de akte waarmee de buitenlandse akte wordt ingeschreven, de gegevens moeten worden opgenomen die zijn vastgesteld in een algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling).

7. Kennelijke misslagen of schrijf- of spelfouten, die de ambtenaar van de burgerlijke stand in de in te schrijven akte vaststelt op grond van een hier te lande in de registers van de burgerlijke stand opgenomen akte of op grond van een rechterlijke uitspraak, kunnen ambtshalve door hem worden verbeterd. De verbeteringen worden afzonderlijk in de akte vermeld.

Dit lid geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand de bevoegdheid om duidelijke fouten, zoals schrijf- of spelfouten, die hij of zij in de buitenlandse akte ontdekt, zelf (ambtshalve) te verbeteren. Dit mag alleen als deze fouten blijken uit een akte die al in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand is opgenomen of uit een rechterlijke uitspraak. De aangebrachte verbeteringen moeten apart in de ingeschreven akte worden vermeld.

8. Indien een akte ambtshalve is ingeschreven, wordt een afschrift van de akte van inschrijving toegezonden aan de persoon of de personen op wie de akte betrekking heeft.

Dit betekent dat als een buitenlandse akte ambtshalve (op initiatief van de ambtenaar of de rechtbank) is ingeschreven, er een kopie (afschrift) van de Nederlandse inschrijvingsakte wordt gestuurd naar de persoon of personen die in de akte genoemd worden.