Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 13. Minderjarigheid
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 234

Artikel 234 (Handelingsbekwaamheid minderjarige met toestemming)

Laatste versie

1. Een minderjarige is, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt, bekwaam rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt.

2. De toestemming kan slechts worden verleend voor een bepaalde rechtshandeling of voor een bepaald doel.

3. De toestemming wordt aan de minderjarige verondersteld te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een minderjarige is, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt, bekwaam rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt.

Dit lid bepaalt dat een minderjarige bekwaam is om rechtshandelingen te verrichten, mits hij handelt met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger, en voor zover de wet niet anders bepaalt.

2. De toestemming kan slechts worden verleend voor een bepaalde rechtshandeling of voor een bepaald doel.

Dit lid stelt dat de toestemming alleen gegeven kan worden voor een bepaalde rechtshandeling of voor een bepaald doel.

3. De toestemming wordt aan de minderjarige verondersteld te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten.

Dit lid geeft aan dat de toestemming aan de minderjarige verondersteld wordt te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten.