Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 12. Adoptie
Artikel 228

Artikel 228 (Voorwaarden voor adoptie)

Laatste versie

1. Voorwaarden voor adoptie zijn:

a. dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaren of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken; hetzelfde geldt, indien de rechter is gebleken van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek van een minderjarige die op de dag van het verzoek de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake; b. dat het kind niet is een kleinkind van een adoptant; c. dat de adoptant of ieder der adoptanten ten minste achttien jaren ouder dan het kind is; d. dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt; e. dat de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt; f. dat de adoptant of de adoptanten het kind gedurende ten minste een jaar heeft of hebben verzorgd en opgevoed; indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder of adoptiefouder het kind adopteert en zij gezamenlijk het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed wordt de periode van een jaar voor de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gerekend vanaf het moment van feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden; g. dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben. Indien evenwel de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met voornoemde echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel het gezag heeft.

2. Aan de tegenspraak van een ouder als bedoeld in het eerste lid, onder d, kan worden voorbijgegaan:

a. indien het kind en de ouder niet of nauwelijks in gezinsverband hebben samengeleefd; of b. indien de ouder het gezag over het kind heeft misbruikt of de verzorging en opvoeding van het kind op grove wijze heeft verwaarloosd; of c. indien de ouder onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen tegen de minderjarige van een van de misdrijven, omschreven in de titels XIII tot en met XV en XVIII tot en met XX van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht.

3. De voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onder f, geldt niet indien het kind wordt geboren binnen de relatie van de moeder met een levensgezel van gelijk geslacht.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voorwaarden voor adoptie zijn:

Dit betekent dat in dit artikel de specifieke eisen worden genoemd waaraan voldaan moet worden om een adoptie rechtsgeldig te laten zijn.

a. dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaren of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken; hetzelfde geldt, indien de rechter is gebleken van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek van een minderjarige die op de dag van het verzoek de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake;

Dit subonderdeel stelt als voorwaarde:

  • dat het kind op de datum van de indiening van het eerste adoptieverzoek nog geen achttien jaar oud is (minderjarig is),
  • én dat, als het kind op de dag van het verzoek twaalf jaar of ouder is, het kind tijdens zijn verhoor door de rechter geen bezwaren heeft geuit tegen het inwilligen (toewijzing) van het adoptieverzoek.
  • Dezelfde regel is van toepassing als de rechter merkt dat er bezwaren zijn tegen de toewijzing van het verzoek van een minderjarige die op de dag van het verzoek nog geen twaalf jaar is, maar wel in staat wordt geacht om zijn eigen belangen in deze zaak (ter zake) redelijk te beoordelen (waardering van zijn belangen).

b. dat het kind niet is een kleinkind van een adoptant;

Dit subonderdeel stelt als voorwaarde dat het kind dat geadopteerd wordt geen kleinkind mag zijn van de persoon die adopteert (de adoptant).

c. dat de adoptant of ieder der adoptanten ten minste achttien jaren ouder dan het kind is;

Dit subonderdeel stelt als voorwaarde dat de adoptant (de persoon die adopteert) of, indien er meerdere adoptanten zijn, elke adoptant minimaal achttien jaar ouder moet zijn dan het te adopteren kind.

d. dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt;

Dit subonderdeel stelt als voorwaarde dat geen van de biologische ouders zich verzet tegen (tegenspreekt) het adoptieverzoek.

e. dat de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt;

Dit subonderdeel stelt als voorwaarde dat, indien de moeder van het kind zelf minderjarig is, zij op de dag van het adoptieverzoek ten minste zestien jaar oud moet zijn.

f. dat de adoptant of de adoptanten het kind gedurende ten minste een jaar heeft of hebben verzorgd en opgevoed; indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder of adoptiefouder het kind adopteert en zij gezamenlijk het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed wordt de periode van een jaar voor de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gerekend vanaf het moment van feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden;

Dit subonderdeel stelt als voorwaarde:

  • dat de adoptant (of adoptanten) het kind voor een periode van minimaal één jaar heeft (of hebben) verzorgd en opgevoed.
  • Een specifieke situatie geldt als de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder of adoptiefouder het kind adopteert: indien zij samen het kind gedurende ten minste één jaar hebben verzorgd en opgevoed, dan wordt de termijn van één jaar voor die echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel berekend vanaf het moment dat zij daadwerkelijk (feitelijk) gezamenlijk begonnen zijn met de verzorging en opvoeding.

g. dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben. Indien evenwel de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met voornoemde echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel het gezag heeft.

Dit subonderdeel stelt als voorwaarde dat de biologische ouder(s) niet (meer) het wettelijk gezag over het kind uitoefenen.

  • Er is echter een uitzondering (indien evenwel): als de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert, dan is de voorwaarde juist dat deze ouder, hetzij alleen, hetzij samen met de genoemde echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel, het gezag over het kind heeft.

2. Aan de tegenspraak van een ouder als bedoeld in het eerste lid, onder d, kan worden voorbijgegaan:

Dit lid specificeert dat het verzet (de tegenspraak) van een ouder, zoals genoemd in het eerste lid, onder d, genegeerd kan worden (kan worden voorbijgegaan) in bepaalde situaties, namelijk:

a. indien het kind en de ouder niet of nauwelijks in gezinsverband hebben samengeleefd; of

Dit kan als het kind en de ouder niet, of heel beperkt (nauwelijks), als een gezin (in gezinsverband) hebben samengewoond.

b. indien de ouder het gezag over het kind heeft misbruikt of de verzorging en opvoeding van het kind op grove wijze heeft verwaarloosd; of

Dit kan ook als de ouder zijn of haar gezag over het kind heeft misbruikt, of de zorg en opvoeding van het kind ernstig (op grove wijze) heeft veronachtzaamd (verwaarloosd).

c. indien de ouder onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen tegen de minderjarige van een van de misdrijven, omschreven in de titels XIII tot en met XV en XVIII tot en met XX van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht.

Dit kan tevens als de ouder definitief (onherroepelijk) is veroordeeld voor het plegen van een of meer specifieke misdrijven tegen de minderjarige. Deze misdrijven zijn nader omschreven in de titels XIII tot en met XV en de titels XVIII tot en met XX van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht.

3. De voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onder f, geldt niet indien het kind wordt geboren binnen de relatie van de moeder met een levensgezel van gelijk geslacht.

Dit lid stelt dat de voorwaarde genoemd in het eerste lid, onder f (namelijk dat de adoptant(en) het kind ten minste een jaar verzorgd en opgevoed moet(en) hebben), niet van toepassing is in de situatie waarin het kind geboren wordt binnen de relatie die de moeder heeft met een levensgezel van hetzelfde geslacht.