Artikel 20e (Toezending documenten ambtenaar burgerlijke stand)
1. Van de in artikel 20, eerste lid, genoemde uitspraken zendt de griffier van het college waarvoor de zaak laatstelijk aanhangig was niet eerder dan drie maanden na de dag van de beschikking een afschrift aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
2. Van besluiten houdende wijziging of vaststelling van namen en van naturalisatiebesluiten mede houdende wijziging of vaststelling van namen zendt Onze Minister van Justitie onverwijld een afschrift aan de ambtenaar van de burgerlijke stand onder wie de akte van geboorte van de betrokken persoon berust.
3. De notaris die een akte van erkenning heeft opgemaakt, zendt onverwijld een afschrift of een uittreksel daarvan aan de ambtenaar van de burgerlijke stand onder wie de akte van geboorte van het kind berust.
Uitleg in duidelijke taal
1. Van de in artikel 20, eerste lid, genoemde uitspraken zendt de griffier van het college waarvoor de zaak laatstelijk aanhangig was niet eerder dan drie maanden na de dag van de beschikking een afschrift aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Dit lid bepaalt dat de griffier van het college (rechtbank of gerechtshof) waar de zaak het laatst in behandeling was, een afschrift van de uitspraken die genoemd worden in artikel 20, eerste lid, niet eerder dan drie maanden na de datum van de beschikking mag sturen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
2. Van besluiten houdende wijziging of vaststelling van namen en van naturalisatiebesluiten mede houdende wijziging of vaststelling van namen zendt Onze Minister van Justitie onverwijld een afschrift aan de ambtenaar van de burgerlijke stand onder wie de akte van geboorte van de betrokken persoon berust.
Dit lid stelt dat Onze Minister van Justitie onmiddellijk (onverwijld) een afschrift moet sturen van besluiten die een wijziging of vaststelling van namen inhouden, en ook van naturalisatiebesluiten die tevens een wijziging of vaststelling van namen inhouden. Dit afschrift gaat naar de ambtenaar van de burgerlijke stand bij wie de akte van geboorte van de betrokken persoon is geregistreerd (berust).
3. De notaris die een akte van erkenning heeft opgemaakt, zendt onverwijld een afschrift of een uittreksel daarvan aan de ambtenaar van de burgerlijke stand onder wie de akte van geboorte van het kind berust.
Dit lid legt vast dat een notaris die een akte van erkenning (van een kind) heeft opgesteld (opgemaakt), direct (onverwijld) een kopie (afschrift) of een samenvatting (uittreksel) daarvan moet sturen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand bij wie de akte van geboorte van het kind is geregistreerd (berust).