Artikel 199 (Criteria juridisch vaderschap)
Vader van een kind is de man: a. die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, tenzij onderdeel b of de slotzin van artikel 198, eerste lid, onder b, geldt; b. wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap met de vrouw uit wie het kind is geboren, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren; indien echter de vrouw sedert de 306de dag voor de geboorte van het kind was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot of geregistreerde partner sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenoot of geregistreerde partner niet de vader is van het kind, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de moeder op het tijdstip van de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw partnerschap laten registreren dan is in dat geval de huidige echtgenoot of geregistreerde partner de vader of, in het geval, genoemd in artikel 198, eerste lid, onder b, de huidige echtgenote of geregistreerde partner de moeder van het kind; c. die het kind heeft erkend; d. wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld; of e. die het kind heeft geadopteerd.
Uitleg in duidelijke taal
Vader van een kind is de man:
Deze zin introduceert de criteria waaronder een man als de vader van een kind wordt beschouwd.
a. die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, tenzij onderdeel b of de slotzin van artikel 198, eerste lid, onder b, geldt;
Dit betekent de man die op het moment dat het kind geboren wordt, getrouwd is met de vrouw die het kind heeft gebaard, of een geregistreerd partnerschap met haar heeft aangegaan. Deze regel geldt niet indien de situatie beschreven in onderdeel b van dit artikel van toepassing is, of indien de slotzin van artikel 198, eerste lid, onder b, van toepassing is.
b. wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap met de vrouw uit wie het kind is geboren, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren; indien echter de vrouw sedert de 306de dag voor de geboorte van het kind was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot of geregistreerde partner sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenoot of geregistreerde partner niet de vader is van het kind, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de moeder op het tijdstip van de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw partnerschap laten registreren dan is in dat geval de huidige echtgenoot of geregistreerde partner de vader of, in het geval, genoemd in artikel 198, eerste lid, onder b, de huidige echtgenote of geregistreerde partner de moeder van het kind;
c. die het kind heeft erkend;
Dit betekent de man die het kind officieel als het zijne heeft erkend.
d. wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld; of
Dit betreft de man wiens vaderschap door een rechterlijke uitspraak is vastgesteld. Het woord 'of' geeft aan dat dit een van de alternatieve gronden voor vaderschap is.
e. die het kind heeft geadopteerd.
Dit betekent de man die het kind wettelijk heeft geadopteerd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:488 - Ouder zonder gezag niet altijd belanghebbende bij gezagsbeëindiging
Een ouder zonder gezag is in beginsel geen belanghebbende bij de beëindiging van het gezag van de andere ouder. De rechter moet wel toetsen of de beslissing de rechten van de niet-gezaghebbende ouder, met name het 'family life' (art. 8 EVRM), rechtstreeks raakt.
ECLI:NL:HR:2018:147 - Anticiperende Toepassing Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000 en Procesonbekwaamheid
De Hoge Raad aanvaardt anticiperende toepassing van het niet-geratificeerde Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000. Een Spaanse 'tutela' wordt erkend en de vraag of voor het voeren van een procedure in Nederland rechterlijke machtiging nodig is, wordt beantwoord naar Nederlands recht (lex fori executionis).
ECLI:NL:HR:2006:AV9444
ECLI:NL:HR:2021:1851 - Biologische vader: belangenafweging vereist voor DNA-test, omgang en informatie
Bij een verzoek van een gestelde biologische vader om een DNA-test, omgang en informatie, moet de rechter een belangenafweging maken op basis van art. 8 EVRM, zelfs als het kind binnen een huwelijk is geboren. Het verzoek mag niet zonder meer worden afgewezen.