Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 9. Ontbinding van het huwelijk
Afdeling 2. Echtscheiding
Artikel 164

Artikel 164 (Schadevergoeding benadeling gemeenschap bij echtscheiding)

Laatste versie

1. Indien een tussen de echtgenoten bestaande gemeenschap van goederen door één van hen is benadeeld doordat hij na de aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór lichtvaardig schulden heeft gemaakt, goederen der gemeenschap heeft verspild, of rechtshandelingen als bedoeld in artikel 88 van dit boek zonder de vereiste toestemming of beslissing van de rechtbank heeft verricht, is hij gehouden na de inschrijving van de beschikking waarbij de echtscheiding is uitgesproken, de aangerichte schade aan de gemeenschap te vergoeden.

2. Een op het vorige lid gegronde rechtsvordering kan niet later worden ingesteld dan drie jaren na de inschrijving van de beschikking.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een tussen de echtgenoten bestaande gemeenschap van goederen door één van hen is benadeeld doordat hij na de aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór lichtvaardig schulden heeft gemaakt, goederen der gemeenschap heeft verspild, of rechtshandelingen als bedoeld in artikel 88 van dit boek zonder de vereiste toestemming of beslissing van de rechtbank heeft verricht, is hij gehouden na de inschrijving van de beschikking waarbij de echtscheiding is uitgesproken, de aangerichte schade aan de gemeenschap te vergoeden.

Dit betekent letterlijk: Als een gemeenschap van goederen die tussen de echtgenoten bestaat, door een van hen nadeel heeft ondervonden doordat deze echtgenoot na het begin van de echtscheidingsprocedure (het geding) of binnen zes maanden daarvoor:

  • lichtvaardig schulden heeft gemaakt,
  • goederen van de gemeenschap heeft verspild, of
  • rechtshandelingen heeft verricht zoals omschreven in artikel 88 van dit Burgerlijk Wetboek (waarvoor toestemming van de andere echtgenoot of een beslissing van de rechtbank nodig is) zonder die vereiste toestemming of beslissing, dan is die echtgenoot verplicht om, nadat de echtscheidingsbeschikking officieel is ingeschreven, de schade die hierdoor aan de gemeenschap is toegebracht, te vergoeden.

2. Een op het vorige lid gegronde rechtsvordering kan niet later worden ingesteld dan drie jaren na de inschrijving van de beschikking.

Dit betekent letterlijk: Een juridische vordering die gebaseerd is op de bepalingen van het eerste lid (de verplichting tot schadevergoeding), kan niet later worden ingediend dan drie jaar nadat de echtscheidingsbeschikking officieel is ingeschreven.