Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 8. Huwelijkse voorwaarden
Afdeling 2. Verrekenbedingen
Paragraaf 1. Algemene regels voor verrekenbedingen
Artikel 137

Artikel 137 (Verrekening in geld en inbetalinggeving goederen)

Laatste versie

1. Onverminderd het derde lid, geschiedt een verrekening in geld.

2. Indien op grond van een verrekenbeding over en weer opeisbare vorderingen ontstaan, worden beide vorderingen van rechtswege met elkaar verrekend tot aan hun gemeenschappelijk beloop.

3. Een echtgenoot is slechts gehouden een inbetalinggeving van goederen te aanvaarden dan wel kan deze slechts verlangen in plaats van een verrekening in geld, voor zover de verrekening in geld naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverminderd het derde lid, geschiedt een verrekening in geld.

Dit betekent dat, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het derde lid, een verrekening in beginsel plaatsvindt door middel van een betaling in geld.

2. Indien op grond van een verrekenbeding over en weer opeisbare vorderingen ontstaan, worden beide vorderingen van rechtswege met elkaar verrekend tot aan hun gemeenschappelijk beloop.

Dit houdt in dat als er op basis van een overeenkomst tot verrekening (verrekenbeding) wederzijds direct invorderbare schulden (opeisbare vorderingen) tussen partijen ontstaan, deze schulden automatisch (van rechtswege) tegen elkaar worden weggestreept tot het bedrag dat ze gemeenschappelijk hebben (gemeenschappelijk beloop).

3. Een echtgenoot is slechts gehouden een inbetalinggeving van goederen te aanvaarden dan wel kan deze slechts verlangen in plaats van een verrekening in geld, voor zover de verrekening in geld naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Dit betekent dat een echtgenoot alleen verplicht is om de overdracht van goederen in plaats van geld (inbetalinggeving van goederen) te accepteren, of dit alleen kan eisen, als een verrekening in geld, beoordeeld naar de normen van redelijkheid en billijkheid, als onacceptabel (onaanvaardbaar) zou worden beschouwd.