Artikel 821
Boven alle andere vorderingen waaraan bij deze of enige andere wet een voorrecht is toegekend zijn, behoudens artikel 820, op een binnenschip bevoorrecht:
a. in geval van beslag: de vorderingen ter zake van kosten na het beslag gemaakt tot behoud van het schip, daaronder begrepen de kosten van herstellingen, die onontbeerlijk waren voor het behoud van het schip;
b. de vorderingen ontstaan uit de arbeidsovereenkomsten van de schipper of de andere leden der bemanning, met dien verstande dat de vorderingen met betrekking tot loon, salaris of beloningen slechts bevoorrecht zijn tot op een bedrag over een tijdvak van zes maanden verschuldigd;
c. de vorderingen ter zake van hulpverlening alsmede ter zake van de bijdrage van het schip in avarij-grosse.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1108 - Voorrecht zeevarende voor pensioenschade prevaleert boven hypotheekrecht bank
Een vordering tot schadevergoeding wegens het niet nakomen van een pensioenverplichting door een werkgever, vloeit voort uit de zee-arbeidsovereenkomst. Deze vordering is bevoorrecht op grond van art. 8:211 sub b BW en heeft voorrang op een scheepshypotheek, zonder de tijdslimiet voor loonvorderingen.
ECLI:NL:HR:2014:440
ECLI:NL:HR:2018:2422 - Late aanmelding aanvullende vordering in rangregeling onder art. 485a Rv
Een schuldeiser die al tijdig een vordering in een rangregeling heeft aangemeld, kan op grond van art. 485a lid 2 Rv ook na de termijn een aanvullende vordering indienen, mits er een redelijk belang is en de veroorzaakte kosten worden vergoed.