Burgerlijk Wetboek Boek 7

Indien de aannemer na het sluiten van de overeenkomst overlijdt of duurzaam arbeidsongeschikt wordt, kan ieder der partijen de overeenkomst beëindigen, voor zover zij, gezien de aard van de overeenkomst, aan het overlijden of de duurzame arbeidsongeschiktheid een redelijk belang bij beëindiging kan ontlenen. Voor de reeds verrichte arbeid en gemaakte kosten is de opdrachtgever een naar redelijkheid en met inachtneming van alle omstandigheden te bepalen vergoeding verschuldigd.

Dit artikel bepaalt dat als de aannemer na het sluiten van de overeenkomst overlijdt of duurzaam arbeidsongeschikt wordt, ieder der partijen (dat wil zeggen, zowel de opdrachtgever als de aannemer of diens rechtsopvolgers) de overeenkomst kan beëindigen. Deze beëindiging is mogelijk voor zover de partij die wenst te beëindigen, gezien de aard van de overeenkomst, een redelijk belang heeft bij de beëindiging, welk belang voortkomt uit het overlijden of de duurzame arbeidsongeschiktheid. Voorts stelt het artikel dat de opdrachtgever een vergoeding verschuldigd is voor de reeds verrichte arbeid en gemaakte kosten. Deze vergoeding dient naar redelijkheid en met inachtneming van alle omstandigheden te worden vastgesteld.