Artikel 680a (Matiging loonvordering bij vernietigbare opzegging)
De rechter is bevoegd een vordering tot doorbetaling van loon die gegrond is op de vernietigbaarheid van de opzegging van de arbeidsovereenkomst te matigen, indien toewijzing in de gegeven omstandigheden tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden, doch op niet minder dan het in geld vastgestelde loon voor de duur van de opzegtermijn ingevolge artikel 672 noch op minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden.
Uitleg in duidelijke taal
De rechter is bevoegd een vordering tot doorbetaling van loon die gegrond is op de vernietigbaarheid van de opzegging van de arbeidsovereenkomst te matigen, indien toewijzing in de gegeven omstandigheden tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden, doch op niet minder dan het in geld vastgestelde loon voor de duur van de opzegtermijn ingevolge artikel 672 noch op minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden.
Dit artikel bepaalt dat de rechter de bevoegdheid heeft om een vordering tot doorbetaling van loon te verminderen (matigen). Dit kan alleen als de vordering gebaseerd is (gegrond is) op de vernietigbaarheid van de opzegging van de arbeidsovereenkomst. De rechter mag dit doen als het volledig toekennen (toewijzing) van de loonvordering, gezien de specifieke omstandigheden (in de gegeven omstandigheden), zou leiden tot gevolgen die niet acceptabel zijn (onaanvaardbare gevolgen). Er zijn echter minima aan deze matiging gesteld: het loon mag niet lager worden vastgesteld dan het in geld vastgestelde loon gedurende de wettelijke opzegtermijn zoals bepaald in artikel 672, en ook niet lager dan het in geld vastgestelde loon voor een periode van drie maanden.