Artikel 534 (Herroepen betaalopdrachten)
1. De betaaldienstgebruiker kan een betaalopdracht niet meer herroepen vanaf het tijdstip van ontvangst, bedoeld in artikel 532, eerste lid, tenzij anders is bepaald in dit artikel.
2. Indien de betalingstransactie door een betaalinitiatiedienstverlener dan wel door of via een begunstigde wordt geïnitieerd, kan de betaler de betaalopdracht niet meer herroepen nadat hij aan de betaalinitiatiedienstverlener instemming heeft verleend om de betalingstransactie te initiëren dan wel aan de begunstigde instemming heeft verleend om de betalingstransactie uit te voeren.
3. In het geval van een automatische afschrijving en onverminderd de rechten inzake terugbetaling kan de betaler de betaalopdracht evenwel herroepen, ten laatste aan het einde van de werkdag die voorafgaat aan de dag waarop de betaalrekening volgens afspraak wordt gedebiteerd.
4. In het in artikel 532, tweede lid, bedoelde geval kan de betaaldienstgebruiker een betaalopdracht herroepen tot uiterlijk het einde van de werkdag die aan de overeengekomen dag voorafgaat.
5. Na de in het eerste tot en met vierde lid bedoelde termijnen kan de betaalopdracht alleen worden herroepen indien zulks tussen de betaaldienstgebruiker en de relevante betaaldienstverleners is overeengekomen. In het in het tweede en derde lid bedoelde geval is ook de instemming van de begunstigde vereist.
6. Indien zulks in de raamovereenkomst is overeengekomen, mag de relevante betaaldienstverlener kosten voor de herroeping in rekening brengen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De betaaldienstgebruiker kan een betaalopdracht niet meer herroepen vanaf het tijdstip van ontvangst, bedoeld in artikel 532, eerste lid, tenzij anders is bepaald in dit artikel.
Dit lid stelt dat de betaaldienstgebruiker een betaalopdracht niet meer kan herroepen na het tijdstip van ontvangst, zoals bedoeld in artikel 532, eerste lid. Uitzonderingen zijn mogelijk als dit artikel anders bepaalt.
2. Indien de betalingstransactie door een betaalinitiatiedienstverlener dan wel door of via een begunstigde wordt geïnitieerd, kan de betaler de betaalopdracht niet meer herroepen nadat hij aan de betaalinitiatiedienstverlener instemming heeft verleend om de betalingstransactie te initiëren dan wel aan de begunstigde instemming heeft verleend om de betalingstransactie uit te voeren.
Dit lid bepaalt dat als een betalingstransactie wordt geïnitieerd door een betaalinitiatiedienstverlener of via een begunstigde, de betaler de betaalopdracht niet meer kan herroepen. Dit geldt nadat de betaler instemming heeft verleend aan de betaalinitiatiedienstverlener om de transactie te initiëren, of aan de begunstigde om de transactie uit te voeren.
3. In het geval van een automatische afschrijving en onverminderd de rechten inzake terugbetaling kan de betaler de betaalopdracht evenwel herroepen, ten laatste aan het einde van de werkdag die voorafgaat aan de dag waarop de betaalrekening volgens afspraak wordt gedebiteerd.
Dit lid stelt dat bij een automatische afschrijving de betaler de betaalopdracht kan herroepen. Dit moet gebeuren uiterlijk aan het einde van de werkdag vóór de dag dat de betaalrekening volgens afspraak wordt gedebiteerd. Dit recht bestaat onverminderd de rechten inzake terugbetaling.
4. In het in artikel 532, tweede lid, bedoelde geval kan de betaaldienstgebruiker een betaalopdracht herroepen tot uiterlijk het einde van de werkdag die aan de overeengekomen dag voorafgaat.
Dit lid bepaalt dat in het geval bedoeld in artikel 532, tweede lid, de betaaldienstgebruiker een betaalopdracht kan herroepen. Dit kan tot uiterlijk het einde van de werkdag die voorafgaat aan de overeengekomen dag.
5. Na de in het eerste tot en met vierde lid bedoelde termijnen kan de betaalopdracht alleen worden herroepen indien zulks tussen de betaaldienstgebruiker en de relevante betaaldienstverleners is overeengekomen. In het in het tweede en derde lid bedoelde geval is ook de instemming van de begunstigde vereist.
Dit lid stelt dat na de termijnen uit lid één tot en met vier, een betaalopdracht alleen kan worden herroepen als dit is overeengekomen tussen de betaaldienstgebruiker en de relevante betaaldienstverleners. In de gevallen van lid twee en drie is ook instemming van de begunstigde vereist.
6. Indien zulks in de raamovereenkomst is overeengekomen, mag de relevante betaaldienstverlener kosten voor de herroeping in rekening brengen.
Dit lid bepaalt dat als dit in de raamovereenkomst is overeengekomen, de relevante betaaldienstverlener kosten voor de herroeping in rekening mag brengen.