Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7b. Betalingstransactie
Afdeling 2. Toestaan van betalingstransacties
Artikel 522

Artikel 522 (Instemming betaler betaalopdracht en intrekking)

Laatste versie

1. Een betaaldienstverlener voert een betalingstransactie slechts uit met instemming van de betaler met de uitvoering van de betaalopdracht.

2. De instemming met een betaalopdracht wordt verleend overeenkomstig de tussen de betaler en zijn relevante betaaldienstverlener(s) overeengekomen vorm en procedure. De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie kan ook worden verleend via de begunstigde of de betaalinitiatiedienstverlener. Bij gebreke van een dergelijke instemming wordt een betalingstransactie als niet toegestaan aangemerkt.

3. De instemming kan te allen tijde, doch uiterlijk op het tijdstip van het onherroepelijk worden, krachtens artikel 534 van de betaalopdracht door de betaler worden ingetrokken. Hetzelfde geldt voor een instemming met de uitvoering van een betaalopdracht betreffende een reeks betalingstransacties, die kan worden ingetrokken met als gevolg dat iedere toekomstige betalingstransactie als niet-toegestaan wordt aangemerkt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een betaaldienstverlener voert een betalingstransactie slechts uit met instemming van de betaler met de uitvoering van de betaalopdracht.

Dit lid bepaalt dat een betaaldienstverlener een betalingstransactie uitsluitend mag uitvoeren indien de betaler heeft ingestemd met de uitvoering van de betreffende betaalopdracht.

2. De instemming met een betaalopdracht wordt verleend overeenkomstig de tussen de betaler en zijn relevante betaaldienstverlener(s) overeengekomen vorm en procedure. De instemming met de uitvoering van een betalingstransactie kan ook worden verleend via de begunstigde of de betaalinitiatiedienstverlener. Bij gebreke van een dergelijke instemming wordt een betalingstransactie als niet toegestaan aangemerkt.

Dit lid stelt dat de instemming met een betaalopdracht moet worden gegeven op de wijze en volgens de procedure die de betaler en zijn betrokken betaaldienstverlener(s) met elkaar hebben afgesproken. Verder kan de instemming voor de uitvoering van een betalingstransactie ook via de begunstigde of de betaalinitiatiedienstverlener worden gegeven. Indien een dergelijke instemming ontbreekt, wordt de betalingstransactie beschouwd als niet toegestaan.

3. De instemming kan te allen tijde, doch uiterlijk op het tijdstip van het onherroepelijk worden, krachtens artikel 534 van de betaalopdracht door de betaler worden ingetrokken. Hetzelfde geldt voor een instemming met de uitvoering van een betaalopdracht betreffende een reeks betalingstransacties, die kan worden ingetrokken met als gevolg dat iedere toekomstige betalingstransactie als niet-toegestaan wordt aangemerkt.

Dit lid bepaalt dat de betaler zijn instemming op elk moment kan intrekken, maar niet later dan het moment waarop de betaalopdracht onherroepelijk wordt, zoals bepaald in artikel 534. Deze mogelijkheid tot intrekking geldt ook voor instemming met de uitvoering van een reeks betalingstransacties. Het intrekken van deze instemming leidt ertoe dat elke toekomstige betalingstransactie als niet-toegestaan wordt beschouwd.